Publication Laka-library:
Klein links en de nieuwe sociale bewegingen

AuthorM.Brinkman, B.Freriks, G.Voerman
1-01-2-10-39.pdf
Date1989
Classification 1.01.2.10/39 (ANTI-NUCLEAR MOVEMENT - NATIONAL / BACKGROUND)
Front

From the publication:

KLEIN LINKS EN DE NIEUWE SOCIALE BEWEGIN-
GEN




door M. Brinkman, B. Freriks en G. Voerman




1. inleiding

In mei 1989 kwamen CPN, PSP, en PPR overeen om samen
met ’onafhankelijke’ kandidaten onder de naam Groen Links de
verkiezingen voor de Tweede Kamer in te gaan. Op de valreep
werd de EVP bij dit akkoord betrokken. Aan dit samenwer-
kingsverband was bijna tien jaar van soebatten voorafgegaan.1
Na de zware nederlaag van CPN, PPR en in mindere mate PSP
bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1977 was het onderwerp
van klein linkse samenwerking langzamerhand op de agenda
gekomen. De discussie die niet permanent maar wel regelmatig
werd gevoerd, riep binnen de betrokken partijen grote weer-
standen op. Aanvankelijk kwamen CPN, PSP en PPR niet
verder dan lijstverbindingen. Na een tweede zware verkiezings-
nederlaag in 1986 die CPN en EVP de kop kostte, werd in
1989 uiteindelijk voor verdergaande samenwerking in de vorm
van Groen Links gekozen. Dit samengaan zal uiteindelijk
moeten resulteren in een nieuwe politieke formatie, waarna de
oude partijen waarschijnlijk worden opgeheven.

Bij deze toenadering tussen de klein linkse partijen hebben
nieuwe sociale bewegingen zoals de vrouwen-, vredes-, milieu-
en anti-kernenergiebeweging die in de jaren zeventig en tachtig
een grote vlucht namen, mede een rol gespeeld. Op gezette
tijden werd vanuit deze hoek op samenwerking tussen CPN,
PPR en PSP aangedrongen. Ook waren deze bewegingen vaak


                                                           163
trefpunt voor delen van de klein linkse achterban, die elkaar in
acties voor bijvoorbeeld legalisering van abortus, voor sluiting
van kerncentrales of bij protesten tegen de plaatsing van kern-
raketten tegen kwamen.
Tenslotte lijken de nieuwe sociale bewegingen door aandacht te
vragen voor nieuwe of tot dan toe onderbelichte, vaak immate-
riële thema’s mede te hebben bijgedragen aan de programmati-
sche convergentie van CPN, PSP en PPR. In het onderstaande
zal hierop nader w