Publication Laka-library:
Zwartboek kerncentrale Borssele

AuthorEnergie Komitee Zeeland
1-01-8-20-02.pdf
DateApril 1980
Classification 1.01.8.20/02 (BORSSELE I - GENERAL)
Remarks Tweede editie, originele versie (december 1979) zie: 1.01.8.20/14
Front

From the publication:

ZWARTBOEK KERNCENTRALE BORSSELE
ENERGIE KOMIEE ZEELAND

OVERZICHT EN KONKLUSIES

I. 1 Overzicht van de EKZ-reaktie.
Eerst geeft het Energie Komitee Zeeland (EKZJ aan hoe de
regionaal-ekonomische ontwikkelingen in Zeeland hebben geleid
tot een energiesituatie, zoals die nu is.
Deze dimensie wordt in de Nota van G.S. van Zeeland niet belicht,
hetgeen leidt tot een "a-historische" benadering van de energiesituatie.
Kortom: als de bestuurders van Zeeland erkennen dat
er in het verleden grote fouten zijn gemaakt bij het (overheids-J
beleid inzake de regionaal-ekonomische ontwikkeling van Zeeland,
dan moeten de huidige bestuurders daaruit de lessen trekken.
Vervolgens wil het EKZ aangeven dat het op grond van diverse
argumenten niet langer verantwoord is om de kerncentrale van
Borssele langer te laten produceren. In deze reaktie wordt
daarbij dieper ingegaan op de steeds sterker ter diskussie
staande reaktoronveiligheid; eerst naar aanleiding van de ramp
in Harrisburg en zeer recent na het bekend worden van gebreken
aan Duitse, op Borssele gelijkende, kernreaktoren.
Ook de problematiek rond de opwerking en opslag van het kernsplijtingsafval
wordt steeds méér omstreden. Tenslotte zal
het EKZ uitleggen waarom we er rekening mee moeten houden dat
Zeeland in de toekomst zal gaan fungeren als langdurige opslagplaats
voor het in Borssele geproduceerde kernafval.
In een volgend hoofdstuk wil het EKZ aantonen, waarom het mogelijk
is dat Pechiney niet onmiddelijk hoeft te sluiten als gevolg
van het stilleggen van de kerncentrale van Borssele. Hierbij
besteedt het EKZ ook aandacht aan de plaats die Pechiney inneemt
op de Zeeuwse arbeidsmarkt. In datzelfde hoofdstuk gaat het
EKZ in op de in de G.S.-Nota aangekondigde 600 MWe kolengestookte
electriciteitscentrale en wijst op diverse, minder
bezwaarlijke, alternatieven.
Tenslotte gaat het EKZ in op de algemene faktoren, die de planning
van het electriciteits produktievermogen in Nederland bepalen.
Ook de planning van de PZEM is gebonden aan de