Publicatie Laka-bibliotheek:
Vergunningaanpassing NRG oprichting HAVA-verpakkingsunit

AuteurMin. VROM, Min. EZ, Min. SZW
1-01-8-53-03.pdf
Datumoktober 2008
Classificatie 1.01.8.53/03 (OLP - HISTORISCH AFVAL (Waste Storage Facility-Pluggenloods))
Opmerking Vergunning, verleend aan NRG in Petten, voor de bouw van een zogeheten HAVA-verpakkingsunit (Hoog Actief Vast Afval). Deze unit is uiteindelijk nooit gebouwd.
Voorkant

Uit de publicatie:

 KERNENERGIEWET-VERGUNNING VERLEEND AAN NRG VOOR HET
                  WIJZIGEN VAN HAAR INRICHTING TE PETTEN
                  (OPRICHTING VAN HAVA-VERPAKKINGSUNIT)


Het besluit
1.1 Vergunning

Aan Nuclear Research and consultancy Group v.o.f., Westerduinweg 3 te Petten (verder NRG), wordt op
grond van artikel 15, onder a en b, en artikel 29 van de Kernenergiewet (Kew), vergunning verleend zoals
nader bepaald onder 1.2, voor de wijziging van haar aldaar gelegen inrichting zoals aangevraagd bij brief
van 19 september 2007, kenmerk K5004/07.83018 QSE/JPB/TVen in de aanvulling daarop als
aangevraagd bij brief van 8 april 2008, kenmerk K5004/08.86951 QSE/JPB/TV.
De belangrijkste wijziging houdt in de bouw van een Hoog Actief Vast Afval Verpakkings Unit (HAVA-VU).
Hierin wordt hoog radioactief afval dat ligt opgeslagen in Petten opnieuw verpakt om daarna naar de
Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) te Nieuwdorp (gemeente Borsele) te worden
afgevoerd voor opslag.
Daarnaast wordt - waar nodig met toepassing van artikel 19, derde lid, Kew - een aantal bepalingen en
voorschriften van de huidige vergunning aangepast. Het betreft:
1. Aanpassing van de termijn voor afvoer van het hoog radioactiefactief afval;
2. Aanpassing van de terreingrens in verband met de bouw van de HAVA-VU en in verband met het beheer
   van gebouw 05 (Chemie-laagbouw) en de daarbij behorende 45 m ventilatieschacht;
3. Actualisering en verduidelijking in de tekst van deel 1 van het Veiligheidsrapport
     Kernenergiewetvergunning NAG-Petten (verder: het veiligheidsrapport) alsmede het aanvullen ervan
     met een extra ventilatieschacht;
4. Wijzigingen in de ruimtelijke indeling van de Hot Cell Laboratories (HCL);
5. Het aanwezig zijn van transportcontainers met verarmd uranium als afschermingsmateriaal;
6. Nadere precisering van voorschriften m.b.t. behandeling van vloeibaar radioactief afvai;
7. Wijziging in de afvoertermijn van vloeibaar radioactief afval uit de HCL;
8. Wijzigingen in de bedrijfsvoering van de Decontamination and Waste Treatment (DWT) afdeling zoals
   weergegeven in deel 7 van het veiligheidsrapport;
9. Wijziging van de bepaling m.b.t. de toe te passen hoeveelheden radioactiviteit in de laboratoria en
     enkele andere kleine aanpassingen in deel 8 van het veiligheidsrapport;
10.Wijziging van de NRG inrichting met betrekking tot het aantal te plaatsen portocabines en andere (niet-
    nucleaire) opslagfaciiiteiten en uti!iteitsvoorzieningen.
11. Toevoeging van een voorschrift in verband met organisatiewijzigingen.

Tot slot vindt ingevolge artikel 19, eerste lid, Kew, nog een ambtshalve actualisering piaats van de
voorschriften met betrekking tot het gebruik van infrastructurele voorzieningen die niet bestemd zijn voor
nucleaire activiteiten.
In paragraaf 1.2 worden de inhoud en geldigheid van de vergunning nader omschreven.
In paragraaf i .3 worden de op de activiteit van toepassing zijnde regelingen gegeven.
In paragraaf 1.4 worden de aan de vergunning verbonden voorschriften gegeven.