Publicatie Laka-bibliotheek:
België en de bom. De rol van België in de proliferatie van kernwapens

AuteurLuc Barbé
-
Datumjuni 2012
Classificatie 2.03.0.00/34 (BELGIË - ALGEMEEN)
Opmerking Online available at lucbarbe.be
Voorkant

Uit de publicatie:

Inleiding
Christophe Derenne, directeur van de Franstalige think thank Etopia, vroeg me in de len-
te van 2009 een boek te schrijven over de proliferatie of verspreiding van kernwapens en
de rol van België daarin. Ik ging met plezier op de vraag in. Ik heb me in de tijd als kabi-
netschef van gewezen staatssecretaris voor Energie Olivier Deleuze in de export van proli-
feratiegevoelig materiaal verdiept en sindsdien de problematiek vanop afstand gevolgd.

Bovendien is er de laatste jaren in ons land nauwelijks iets gepubliceerd over de prolife-
ratie van kernwapens tenzij enkele wetenschappelijke studies en artikels. Een overzicht
van Belgische bedrijven die de laatste halve eeuw in kernwapenprogramma’s een rol
gespeeld hebben is nog nooit opgesteld. Hoog tijd om dat eindelijk te doen. Ik heb een
tiental kernwapenprogramma’s bestudeerd en gecheckt welke Belgische bedrijven er bij
betrokken waren. Dat was geen gemakkelijke klus, want heel wat officiële gegevens, bv.
exportvergunningen, zijn niet openbaar. Het was dus puzzelen op basis van parlemen-
taire vragen, eigen opzoekingswerk in archieven, studies van buitenlandse experts etc.

Als ik nu alles op een rijtje zet, stel ik vast dat ik veel meer gevonden heb dan ik ooit
had durven hopen, goed wetende dat mijn ‘inventaris’ niet anders dan onvolledig kan
zijn. Het eerste deel van dit boek is het resultaat van een mengsel van wetenschappelijk
onderzoek en onderzoeksjournalistiek. Ik zet er zakelijk de feiten op een rij voor Iran,
Irak, Libië, Pakistan, Israël, Zuid-Korea en Taiwan en vermeld welke Belgische bedrij-
ven een rol gespeeld hebben in een (mogelijk) kernwapenprogramma. De hoofdstukken
over Pakistan en Iran zijn het meest uitgewerkt. De ontwikkelingen in die twee landen
zijn bijzonder belangrijk voor de rest van de wereld en verdienen al onze aandacht.

Voor alle duidelijkheid: de meeste bedrijven in ons land zijn te goeder trouw en willen
absoluut geen geld verdienen door mee te werken aan een kernwapenprogramma waar
ook ter wereld. Het is absoluut niet mijn bedoeling om onze bedrijven in een slecht
daglicht te stellen. Maar we moeten het licht van de zon niet ontkennen. Sinds de jaren
‘40 van de vorige eeuw hebben ook Belgische bedrijven een rol gespeeld in meerdere
kernwapenprogramma’s. Als we daar komaf mee willen maken, moeten we eerst goed
in detail het verleden analyseren om vervolgens beleid uit te stippelen dat dit vermijdt.

Om de hoofdstukken over de verschillende landen goed te kaderen, snij ik eerst enkele
andere thema’s aan. Het eerste hoofdstuk van het boek gaat, hoe kan het anders, over
het Congolese uranium voor de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Daarna geef
ik een korte geschiedenis van de nucleaire sector in ons land en van het internationale
beleid tegen de proliferatie van kernwapens. In het tweede deel van het boek maak ik
een ‘systeemanalyse’. Waarom willen landen kernwapens? Welke houdingen en strate-
gieën ontwikkelen ze daarvoor? Hoe komt het dat ons land, dat van bij de oprichting van
de Verenigde Naties in 1945, de kaart van de non-proliferatie getrokken heeft, zelf een
actieve rol gespeeld heeft in de proliferatie ervan? Waarom gaat de Vlaamse regering
zo losjes om met exportdossiers van proliferatiegevoelige technologie? Ik zal die vragen
uitvoerig behandelen en een aantal heel concrete beleidsvoorstellen formuleren.

Ik wil ook vermelden waarover dit boek niet gaat. Het behandelt niet, tenzij in de marge,
de houding die ons land formeel in diplomatieke kringen heeft aangenomen over kern-
wapens en de verspreiding ervan. Dat is ook boeiend, maar veel voorspelbaarder. Het
gaat er mij om wat er achter de schermen gebeurt. Ik behandel ook niet de ’safeguards-
problematiek’ en het beleid van het Internationaal Atoomenergieagentschap. Dat is ook
allemaal heel belangrijk maar daarover bestaan al voldoende boeiende publicaties. Een
ander aspect is de problematiek van ballistische raketten die sommige landen ontwik-
kelen om kernkoppen te transporteren. Ons land heeft zich ingeschreven in internatio-
nale controleregimes op uitvoer van materialen en technologieën die daarvoor gebruikt
kunnen worden. In welke mate ons land die afspraken ook respecteert, levert stof voor
een nieuw boek.

Waar heb ik mijn informatie gevonden? Ik kan mijn bronnen in drie categorieën inde-
len. Eerst en vooral de toegankelijke informatie in de pers en op het internet. Dan heb
ik een hele reeks Engelstalige en Franstalige boeken gelezen die bij ons niet of nauwe-
lijks te vinden zijn maar vaak enkele boeiende bladzijden over België bevatten. Noem
het maar ‘openbare maar voor de doorsneeburger moeilijk toegankelijke informatie’. Ik
ben de laatste twee jaar een heel goede klant van amazon.uk en amazon.fr geworden.
Ten slotte had ik toegang tot de archieven van Tractionel, een van de aandeelhouders
van Belgonucleaire, een van de belangrijkste bedrijven in de nucleaire sector. Ik vond
daarin zaken die nog nooit gepubliceerd werden en een nieuw licht werpen op een van
de belangrijkste bedrijven in de nucleaire sector van ons land.


Dit boek is geen alles omvattend wetenschappelijk werk. Daarvoor ontbrak de tijd en de
toegang tot belangrijke archieven. “Wie een volmaakt boek wil schrijven, komt nooit
rond”, zeggen de Chinezen. Het kan dus dat belangrijke projecten van Belgische bedrij-
ven in een of ander kernwapenprogramma ontbreken. Mijn opzet was niet zozeer het
laatste detail van de betrokkenheid van ons land bij de verspreiding van kernwapens te
beschrijven. Mijn opzet was om de grootste dossiers in enkele belangrijke landen toe te
lichten en – vooral – om de logica erachter op te sporen.

Om een ruimer publiek dan de experts te bereiken, heb ik zoveel mogelijk moeilijke
technische termen vermeden. Een aantal termen heb ik niet kunnen vermijden. Aan
het einde van het boek vind je ze op een rijtje met een woordje uitleg erbij (trefwoor-
denlijst). Ik raad mensen die het wereldje van kernwapens en kernenergie niet goed
kennen aan om die bijlage eerst eens door te nemen. Wetenschappers en ambtenaren
zullen wellicht hier of daar in het boek struikelen over een veralgemening of een
paragraaf onvolledig vinden. Meestal is dat een bewuste keuze. Deze problematiek ver-
dient een groot lezerspubliek. De prijs daarvoor is het laten wegvallen van een aantal
technisch complexe zaken.

Ik gebruik heel veel citaten. Ik wou zoveel mogelijk spelers in deze dossiers aan het woord
laten. Eén goed citaat zegt trouwens vaak veel meer dan een bladzijde beschouwingen.

Een van de moeilijkheden bij het schrijven van dit boek was dat het voor een belangrijk
stuk slaat op het “pre-Google-tijdperk.” Recente dossiers, zoals bv. de zaak “Epsi-Iran”
kan je snel reconstrueren via Google. Maar als je een dossier uit de jaren ’60 wil opgra-
ven, lukt dat niet. Er zijn nog maar weinig documenten uit die tijd gescand en op het
internet geplaatst. Bovendien gaat het hier per definitie om confidentiële dossiers. Ik
heb gelukkig wat informatie gevonden in de archieven van de Ministerraad en de Ka-
mer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. Maar het uitpluizen van de archieven
van de Belgische Staatsveiligheid– als er tenminste toestemming voor zou zijn - zou
zeker nog heel wat meer interessante informatie opleveren. De geschiedenis van de
spanningen binnen de Belgische overheid en tussen overheid en privésector over export
van proliferatiegevoelig materiaal moet bijvoorbeeld nog geschreven worden. Over de
tussenkomsten van buitenlandse inlichtingendiensten bij Belgische overheden heb ik
het af en toe, maar ook hier ontbreekt toegang tot archieven om een zicht te krijgen
op het volledig plaatje. Wie inspiratie wil voor boeiend wetenschappelijk onderzoek of
grensverleggende doctoraten, vindt in dit boek meer dan zijn gading.

Er staan in dit boek nogal wat data, namen en feiten. Uiteraard heb ik alles dubbel en
zelfs driedubbel gecheckt maar fouten zijn niet uit te sluiten. Een aantal feiten speelt
zich trouwens af in de weinig transparante zone van buitenlandse zaken, defensie en
inlichtingendiensten en daar zijn feiten en verzinsels af en toe heel moeilijk van elkaar
te onderscheiden. Aarzel niet me te mailen als je een fout of onnauwkeurigheid ontdekt
(barbe@telenet.be).

Een Vlaamse uitgever was zeer gemotiveerd om dit boek uit te geven. Ik heb toch gekozen
voor een e-book. Daarmee bereik ik meer mensen. Wie in de loop van volgende maanden
of jaren op internet informatie zoekt over kernwapens en nucleaire proliferatie, kan via
Google of een andere zoekmachine vlot op mijn site een pak informatie vinden.

Tot slot wil ik nog een aantal personen bedanken: Tom Sauer, docent internationa-
le politiek aan de Universiteit Antwerpen, Eric Remacle, professor politieke weten-
schappen aan de ULB, Dirk Holemans, coördinator Oikos, Christophe Derenne, direc-
teur Etopia en Wim Borremans. Inge Jooris hielp me de tekst mooi te polijsten, iets
waarvoor ik haar heel erg dankbaar ben.

     Luc Barbé
     juni 2012

Deze publicatie is digitaal beschikbaar in de Laka-biblitoheek maar de pdf staat niet online.
Mail ons (info@laka.org) als u de pdf toegestuurd wilt krijgen (met onderwerp, volgnummer en titel). U kunt natuurlijk ook langskomen.