In Nederland staan twee kerncentrales
voor de opwekking van elektriciteit (Borssele en Dodewaard), een uraniumverrijkingsfabriek
in Almelo en drie reactoren voor onderzoek. (Twee in Petten, Noord-Holland
en een in Delft).
Het in Nederland geproduceerde laag-
en middelradioactieve afval wordt sinds 1992 opgeslagen in Borssele. De
ons omringende landen hebben vaak veel meer kerninstallaties.
In de discussie over kernenergie wordt
meestal vooral gesproken over de kans op een ongeluk in een kerncentrale
of een opslagfaciliteit voor radioactief afval en de gevolgen daarvan.
Dat er meerdere veiligheidsrisico's en aspecten aan de kernergiecyclus
verbonden zijn wordt voldoende duidelijk in andere delen van dit boekje.
Dit hoofdstuk gaat vooral over de gevolgen van een ongeluk in een kerninstallatie.
Risico van ongelukken
Het begrip risico is in feite de som
van de waarschijnlijkheid dat iets gebeurt en de gevolgen van die gebeurtenis.
Met deze formule zijn een aantal risico's eenvoudig te berekenen (een vergelijking
tussen auto-, trein- en vliegtuigongelukken bijvoorbeeld).
Voor kernenergie is dit veel moeilijker
omdat we er eigenlijk onvoldoende ervaring mee hebben; het aantal (jaren
dat er) kerncentrales in bedrijf (zijn) is niet te vergelijken met andere
vormen van energieopwekking (kolen-, gas- en olie-centrales). Maar ook
omdat eigenlijk nog erg weinig bekend is over de precieze gevolgen van
radioactieve straling op de langere termijn.
Er is gelukkig relatief weinig ervaring
met ongelukken in kerninstallaties. De ongelukken die gebeurden zijn bovendien
vaak niet voldoende onderzocht op de gevolgen. Naast de honderden kleine(re)
ongelukken die jaarlijks plaatsvinden in kerninstallaties zijn er de twee
grootste en meest bekende: de kernsmelting in Harrisburg (USA) in maart
'79 en de explosie in de reactor van Tsjernobyl (toenmalige USSR) in '86.
De gevolgen op korte termijn zijn
min of meer bekend. In Rusland; enige duizenden stralingsslachtoffers (vooral
kinderen), honderdduizenden mensen die geëvacueerd moesten worden
en honderden vierkante kilometers onbewoonbaar gebied. Voor Nederland wordt
uitgegaan van 100 extra kankerdoden ten gevolge van Tsjernobyl.
De Amerikaanse overheid heeft altijd
volgehouden dat de ramp in Harrisburg geen gevolgen heeft gehad op de gezondheid
van mens of omgeving. Onafhankelijke onderzoekers hebben deze beweringen
steeds weer aangevochten.
Er zijn op onze aardbol diverse sterk
radioactief besmette gebieden. Maar al te vaak is het onmogelijk (door
geheimhouding en tegenwerking van autoriteiten) om in deze gebieden onderzoek
te verrichten. Bovendien zijn doden ten gevolge van zich later manifesterende
kanker en genetische schade tot in de zoveelste generatie moeilijk in kaart
te brengen en direct te relateren aan een ongeluk.
Toch zijn over de lange termijn-effecten
van Tsjernobyl harde uitspraken gedaan; honderdduizenden mensen zullen
de komende decennia sterven ten gevolgen van de kernramp in Rusland. Tot
in de vierde generatie zullen de gevolgen merkbaar zijn.
Kansberekeningen
Aan de hand van theoretische modellen
worden kansberekeningen gemaakt; hoe vaak kan in theorie een ernstig ongeluk
plaatsvinden in een kerninstallatie. Deze kwestie is kennelijk niet eenvoudig
want er worden vele tientallen verschillende antwoorden op gegeven. De
meest optimistische opvattingen worden telkens bijgesteld. Evenzo de opvattingen
van notoire pessimisten. De waarheid zal ergens in het midden liggen.
In feite doet het er ook niet veel
toe of een ramp in theorie eens in de duizend of tienduizend jaar zal plaatsvinden.
Veel belangrijker is dat dergelijke ongelukken al hebben plaatsgevonden,
dat ze absoluut niet uit te sluiten zijn en dat de gevolgen zo vernietigend
zijn dat het risico eigenlijk niet genomen zou mogen worden.
De kans op menselijk falen (oorzaak
van de ongelukken in Harrisburg en Tsjernobyl) is bijvoorbeeld niet te
berekenen.
Gevolgen voor de mens
Een ramp in een kerninstallatie waarbij
radioactieve stoffen ontsnappen heeft grote consequenties voor de mens
en zijn omgeving. Straling heeft een verwoestend effect op het menselijk
lichaam. Direct, doordat cellen afsterven of zich onnatuurlijk gaan delen
(kanker), of indirect door beschadiging van erfelijk materiaal in de geslachtsorganen
waardoor erfelijke afwijkingen in volgende generaties optreden.
Ook voor de Nederlandse situatie zijn
kansberekeningen gemaakt over het te verwachten aantal slachtoffers na
een kernramp. Ook hier weer met verschillende uitkomsten. De overheid gaat
zelfs, na een advies van de Commissie Reactor Veiligheid, uit van nul 'vroegtijdige
doden' en weinig doden op langere termijn. Een tegenonderzoek van de TH-Twente
toont aan dat er in het meest ongunstige geval maximaal 6600 'directe doden'
te betreuren zullen zijn en dat op langere termijn tienduizenden mensen
aan de gevolgen van straling zullen sterven. Bovendien dreigt een gebied
van 14.000 vierkante kilometer voor minimaal een jaar onbewoonbaar te worden.
Rampenplannen
Een dichtbevolkt land als Nederland
komt in een noodsituatie voor onoverkomelijke problemen te staan. Elke
gemeente met een nucleaire installatie binnen haar grenzen heeft een uitgebreid
rampenplan. Bij tijd en wijle worden deze op heel kleine schaal beproefd.
Zelfs oefeningen met geïnstrueerde mensen lopen meestal volledig in
het honderd.
Waar de installatie ook staat, als
het weer een beetje ongunstig is (windrichting), moeten er in korte tijd
al gauw een miljoen mensen verplaatst kunnen worden.
Het is volstrekt irreëel en haast
misdadig om de bevolking voor te spiegelen dat een dergelijke operatie
mogelijk is. Om de grote paniek en chaotische vlucht van mensen de baas
te kunnen zullen leger en politie op grote schaal ingezet moeten worden.
Tot welke taferelen dit kan leiden laat zich raden.
De overheid zou er goed aan doen op
dit punt eerlijk te zijn; effectieve evacuatie (het werkelijk in veiligheid
brengen van mensen) is na een kernramp in Nederland onmogelijk.
Economische schade
De Nederlandse overheid heeft laten
uitrekenen wat de (theoretische) economische schade zou zijn na een groot
ongeluk in een kerncentrale. Daarbij is uitgegaan van lokaties die in 1986
genoemd werden voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Bovendien werd
aangenomen werd dat slechts 1% van de reactorinhoud uitgestoten zou worden.
Zelfs de overheid geeft toe dat een ontsnapping van 10% van de inhoud niet
denkbeeldig is. De meeste schade zou opgelopen worden bij een ernstig reactorongeval
in een kerncentrale op de Moerdijk (Zuid-Holland); 30 miljard gulden schade
ten gevolge van het verlies van de elektriciteitscentrale, gezondheidszorg,
vernietiging van gewassen en vee, exportverliezen etcetera.
Langere termijn effecten als een verminderd
vertrouwen in het Nederlandse exportprodukt en verminderde inkomsten ten
gevolge van een ook op langere termijn dalend aantal toeristen zijn in
dit bedrag niet opgenomen. Overigens zijn ook deze cijfers weer aangevochten;
andere onderzoeken komen veel hoger uit.
Drinkwatervoorziening
De Samenwerkende Waterleidingbedrijven
hebben in het najaar van 1985 een studie uitgebracht waarin berekend wordt
wat de gevolgen van een ernstig kernongeval zijn voor de drinkwatervoorziening
in Nederland. Belangrijkste conclusie uit dit onderzoek was dat het IJsselmeer
(De Noord-Oost polder was één van de mogelijke lokaties voor
nieuw te bouwen kerncentrales) drie jaar lang geen drinkwater zou kunnen
leveren. Alternatief drinkwater is slechts voor een half jaar voorhanden.
Ook hier geldt: andere aannames in
de studie leiden tot heel andere inzichten. De vereniging milieudefensie
komt in een studie tot de conclusie dat de drinkwatervoorziening in Nederland
na een ramp voor tientallen jaren uitgeschakeld kan zijn.
Bovenstaande is slechts een greep
uit de vele aspecten rond een mogelijke ramp met een kerncentrale. Illustraties
voor de boodschap: kernenergie is gevaarlijk, het genomen risico te groot.