Ooit gehoord dat wanneer in vervuilde bodems zware metalen worden aangetroffen dat deze situatie wordt vergeleken met de bodems waarin de ertsen voorkomen waaruit de betreffende zware metalen zijn gewonnen? Waarschijnlijk niet. Immers, iedereen weet dat men de milieu- of gezondheidseffecten van mineralen of ertsen niet kan vergelijken met de metalen die hieruit zijn vrijgemaakt via chemische procedés. Toch wordt deze bizarre vergelijking als normaal verondersteld zodra er uranium in het spel is.
Zo ook bij de verhoogde concentraties die onlangs zijn gevonden in het grondwater in de omgeving van voormalige stortplaatsen in de Brabantse plaatsen Oosterhout en Gilze Rijen. Op basis van de huidige gegevens is het niet makkelijk om eenduidige uitspraken te doen over de mogelijke effecten van de aangetroffen verhoogde concentraties uranium in het grondwater. Lees verder
Categoriearchief: Splijtstof
Voorlopig geen MOX in Borssele
Uit antwoorden van staatssecretaris Van Geel op vragen van Samsom (PvdA), blijkt dat de EPZ haar plutonium (uit haar gebruikte brandstof) 'overdraagt' aan AREVA. Wat dat 'overdragen' precies inhoudt wordt niet duidelijk. Ook wordt duidelijk dat het gebruik van MOX-brandstof (een mix van uranium en plutonium) door de kerncentrale in Borssele voorlopig nog niet plaats zal vinden. Van Geel: "Wel is duidelijk dat voor de toepassing van MOX een aanpassing van de Kernenergiewet-vergunning noodzakelijk is en dat in dat kader ook veiligheidsanalyses en een milieu-effect rapport moeten worden opgesteld". Lees hier de antwoorden.
Uranium-rapport naar Tweede Kamer
Het lang verwachte uranium-rapport is naar de Tweede Kamer gestuurd. Het is een van de achterliggende rapporten voor de 'Randvoorwaarden nieuwe kerncentrales' maar was niet af toen die notitie eind september naar de Kamer werd gestuurd. Dat wil zeggen, het rapport was wel af, maar VROM was niet gelukkig met de inhoud. Die inhoud was namelijk nogal kritisch over de milieugevolgen van uraniummijnbouw en de beschikbaarheid van uraniumvoorraden. Als 'oplossing' heeft VROM (Van Geel) de opdracht aan NRG gegeven om het milieuhoofdstuk te 'herschrijven'. De NRG (Nuclear Research & Consultancy Group -niet bepaald een onafhankelijke organisatie-) heeft vervolgens nogal selectief gewinkeld in het rapport. Vervolgens heeft Van Geel nog eens standpunten 'vertaald' in z'n Randvoorwaarden weergegeven. En voila..., zo ligt er opeens een veel rooskleuriger rapport over uranium.
Opslag in La Hague illegaal
Uit de contracten tussen AREVA en EPZ over de opwerking van afval uit Borssele blijkt volgens Greenpeace dat de opslag in Frankrijk veel te lang duurt en daardoor illegaal is. De contracten werden gisteren aan Greenpeace overhandigd, nadat een Franse rechter dat beslist had. Greenpeace heeft jarenlang juridische strijd gevoerd voor het recht deze contracten in te zien. Eerder heeft het Franse Hof van Cassatie geoordeeld dat afval uit de Australische (proef-)reactor Lucas Heights te lang en dus illegaal op het terrein in La Hague opgeslagen ligt. EPZ zegt te verwachten dat de uitspraak "geen directe gevolgen voor de bedrijfsvoering" heeft en dat het ook "de schuld van Greenpeace" is dat het daar zo lang ligt opgeslagen.
Vergunnings-aanvraag HFR voor laag-verrijkt uranium
Het Ministerie van VROM heeft de Hoge Flux Reactor in Petten een nieuwe vergunning gegeven in het kader van de Kernenergiewet. De vergunning is voor het gebruik van laagverrijkt uranium in de reactor die nu nog hoogverrijkt uranium gebruikt. Deze omschakeling is een direct gevolg van jarenlange politieke druk door Amerikaanse overheid en milieubeweging. Het Amerikaanse beleid tegen proliferatie uit 1978 (waar het zogeheten RERTR programma -Reduced Enrichment for Research & Test Reactors- een onderdeel van is) bestaat uit het laten omschakelen van onderzoeksreactoren naar laagverrijkt uranium. Laagverrijkt uranium is minder proliferatie-gevoelig. De VS kan die druk uitoefenen omdat het de brandstof leverde voor die reactoren en ook het afval terug nam. Door het late omschakelen van de HFR kwam de reactor enkele jaren geleden in de problemen door dat het afvalbassin volzat: de VS weigerde het afval terug te nemen zolang de HFR weigerde om te gaan schakelen. Lees verder
Splijtstof IRI Delft naar COVRA
32 Gebruikte splijtstofstaven uit de HOR (Hoger Onderwijs Reactor) van het Interfacultair Reactor Instituut (IRI), een onderdeel van de Technische Universiteit Delft, zijn overgebracht naar de COVRA. De splijtstofelementen zijn nog van het type met oorspronkelijk hoogverrijkte splijtstof. De afgelopen jaren is de HOR geleidelijk overgegaan op het gebruik van laagverrijkt uranium.
Kerncentrale Borssele: vergunning voor hoger verrijkt uranium
De kerncentrale in Borssele heeft een vergunning gekregen voor het gebruik van hoger verrijkt uranium. Het gaat om brandstof met (maximaal) 4,4% splijtbaar uranium 235. Het is de tweede keer dat de centrale vergunning krijgt voor het verhogen van het percentage U-235. In 1997 werd het verhoogd van 3,3% (wat het was vanaf de ingebruikname in 1973) tot 4%. Het is nog mogelijk om beroep aan te tekenen tegen de vergunning-verlening bij de Raad van State. Natuurlijk uranium heeft ongeveer 0,7% U-235. Dat percentage wordt verhoogd, hetgeen noodzakelijk is om genoeg splijtbaar uranium te hebben voor een kettingreactie, in een verrijkingsfabriek.
Speurtocht naar de oorsprong van het Rotterdamse uraniumoxide
Volgens VN-diplomaten is een grote hoeveelheid nucleair gevoelig en deels nucleair verontreinigd materiaal uit Irak naar Europa gesmokkeld om te worden hergebruikt. Mohammed ElBaradei van de IAEA waarschuwde de VN-Veiligheidsraad dat uit satelliet-foto’s is gebleken hoe grote hoeveelheden materiaal waaronder hele gebouwen verdwenen die ooit werden geïnspecteerd en verzegeld. Hoewel er geen aanwijzingen zijn voor proliferatie, kunnen er wel cruciale bewijzen van Irak’s nucleaire programma worden vernietigd. Door de oorlog met Irak werden de bewuste plekken niet beschermd. Bewijs van de illegale import werd ontdekt door het Nederlandse bedrijf Jewometaal in de Rotterdamse haven (zie bij 15 januari).
VROM-inspectie vindt uraniumoxide in Rotterdam
De poortdetector van een schrootbedrijf in de regio Rotterdam-Botlek heeft op 16 december een vat met daarin vermoedelijk uraniumoxide aangetroffen. De radioactiviteit van het vat op zich is geen aanleiding is tot ongerustheid en wordt via een standaard-procedure gemeld aan de VROM-Inspectie. Uraniumoxide is een grondstof waarmee verrijkt uranium kan worden vervaardigd. Het was afkomstig uit Jordanië. Hoewel de de inspectie zo’n 200 keer per jaar een melding krijgt van radioactieve staling in schroot, komt het weinig voor dat er reden is dit te melden aan het Internationaal Atoomagentschap. Vanwege de bijzondere vondst uit een bijzondere regio is het deze keer wel gemeld aan het IAEA. (Lees hier het persbericht van VROM)