Publication Laka-library:
Verbeter de wereld... Kommentaar van de Stroomgroep Stop Kalkar op het rapport van de Gezondheidsraad over kernenergie

AuthorStroomgroep Stop Kalkar
1-01-0-00-07.pdf
Date1975
Classification 1.01.0.00/07 (GENERAL)
Front

From the publication:

WAT NIET WEET, WAT NIET DEERT.

Toen Minister Lubbers in september 1974 de Energienota presenteerde, bleek 
daaruit dat de beslissing over de drie te bouwen kerncentrales afhankelijk 
gesteld werd van de resultaten van drie deelstudies (over de gezondheidsaspecten 
van kernenergie, de reaktorveiligheid en de gevaren van de splijtstofcyclus als 
geheel) die moesten tegemoetkomen aan de behoefte aan wetenschappelijke 
informatie van voldoende niveau om als basis te dienen voor een verantwoorde 
beslissing.

Een jaar later (op 19 september 1975) besloot de Ministerraad deze inmiddels 
verschenen studies openbaar te maken.
De meeste aandacht werd in de pers gewijd aan de studie van de "Commissie 3500 MW" 
van de Gezondheidsraad. Opmerkelijk was het dat nog geen halve dag na de 
beschikbaarstelling van deze rapporten aan de leden van de Tweede Kamer, het 
Algemeen Dagblad een bijna twee pagina's groot artikel publiceerde onder de vette 
kop "KERNENERGIE IS VEILIG" en "KERNENERGIE IS ZEER VEILIG". Alhoewel de voorzitter 
van de betreffende adviescommissie, prof. dr. Joh. Blok, later in deze krant een 
artikel publiceerde waarin hij duidelijk stelde, dat dit "een voorbarige konklusie" 
was, die "geheel voor verantwoordelijkheid van het AD" kwam, was in het algemeen 
de konklusie van andere dagbladen globaal genomen ongeveer gelijk, zij het dat zij 
zich niet lieten verleiden tot de publicatie-stijl die het AD demonstreerde.

Het feit, dat de voorzitter van de betreffende adviescommissie zich distantieert 
van de konklusie "KERNENERGIE IS VEILIG", terwijl toch de meeste persberichten 
ongeveer deze konklusie menen te mogen baseren op de studie van de (adviescommissie 
3500 HW van de) Gezondheidsraad is wellicht de duidelijkste indicatie van de 
tweeslachtigheid die dit rapport kenmerkt.