Publicatie Laka-bibliotheek:
Eindverslag Commissie Additionele Innovatie Projecten

AuteurCommissie AIP
1-01-8-20-73.pdf
Datumseptember 2017
Classificatie 1.01.8.20/73 (BORSSELE - ALGEMEEN)
Voorkant

Uit de publicatie:

Convenant Kerncentrale Borssele 
Eindverslag 
Commissie Additioneel Innovatieve Projecten 
(september 2017) 

Eindverslag Commissie Alp — 15 september 2017 
1. Inleiding 
Het tot stand komen van het Convenant Kerncentrale Borssele in 2006 was ingegeven door de wens 
Om de kerncentrale langer open te houden. Omdat continuering van de bedrijfsvoering met 20 jaar 
voor de partijen EPZ, Essent Energie B.V. en Delta Energy B.V. naar verwachting aanzienlijke 
economische voordelen zou bieden, was als tegenprestatie opgenomen dat genoemde 
maatschappijen een extra bijdrage zouden leveren aan de transitie naar een duurzame 
energiehuishouding. 
z. Het Convenant Kerncentrale Borssele 
Op 17 juli 2006 is het Convenant Kerncentrale Borssele in de Staatscourant (nr. 136/ pagina 29) 
gepubliceerd (hierna "Convenant", zie bijlage 1). Dit Convenant ziet er mede op toe dat extra 
impulsen voor de transitie naar een duurzame energiehuishouding worden gegeven in samenhang 
met het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele. De convenantspartijen zijn de 
Staatssecretaris van VROM, de Minister van Economische zaken, de staatssecretaris van Sociale 
Zaken en Werkgelegenheid, NV EPZ (hierna "EPZ"), Essent Energie B.V. en DELTA Energy B.V. De 
verplichting van Essent Energie B.V. is in 2011 overgenomen door RWE. De huidige naam van Delta 
Energy e.v. is PZEM Energy (hierna "PZEM"). 
De partijen bij het Convenant hebben een stuurgroep opgericht, die de uitvoering van het Convenant 
bewaakt. 
In het Convenant zijn voor de convenantspartijen prestaties vastgelegd. Voor RWE en PZEM zijn 
vooral gericht op verduurzaming van de energievoorziening. 
3. Extra C02 emissiereductie middels additionele innovatieve projecten ("Alp") 
Deze verduurzaming van de energievoorziening is voor RWE en PZEM uitgedrukt als het verrichten 
van extra inspanningen teneinde een additionele besparing van C02 - emissie te realiseren van in 
totaal 0,47 megaton (470 kiloton) per jaar. Voor RWE en PZEM is dat ieder een reductie van 23S 
kiloton per jaar (Convenant artikel 7,1). Onder emissiereductie wordt verstaan een vermindering van 
de C02- emissie ten opzichte van 'business as usual' (Convenant 7,2). 
Mede ter verwezenlijking van deze C02 • emissiereductie doen RWE en PZEM investeringen in 
additioneel innovatieve projecten ter ondersteuning van de overgang naar een meer duurzame 
energiehuishouding (Convenant artikel 2). PZEM en RWE zullen, mede ter verwezenlijking van de in 
artikel 7.1 vermelde C02- emissiereductie, ieder minimaal een bedrag ter hoogte van 100 miljoen 
euro investeren in additionele innovatieve projecten (Convenant artikel 8.1).