Persbericht, 12 janauari 2000
DISCUSSIE OPSLAG KERNAFVAL VERGT NIEUWE OPZET EN EINDE KERNENERGIE
Tot voor kort gingen plannen voor opslag
van kernafval volgens een vast patroon: de overheid en de kernindustrie
besloten het kernafval ergens op te slaan en vervolgens maakte men de loka-ties
bekend. Dit leidde tot veel weerstand. Daarom wordt nu internationaal gedacht
aan manieren om de bevolking bij de opslagplannen te betrekken. Dit zal
alleen maar slagen als de discussie geleid wordt door een onafhankelijke
commissie en ook het gebruik van kernenergie op de agenda staat. Dat zijn
enkele conclusies uit het rapport "Discussions on Nuclear Waste.
A survey on public participation, decision-making and discussions in eight
coun-tries" dat Herman Damveld (zelfstandig onderzoeker en publicist) en
Robert Jan van den Berg (Stichting Laka) in opdracht van de door de regering
ingestelde Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA) hebben geschreven.
De CORA studeert op opslag van kernafval ondergronds (zoutkoepels of kleilagen)
of boven-gronds gedu-rende bijvoorbeeld 300 jaar. De CORA zal over een
half jaar met een voorstel komen voor de verdere gang van zaken.
In Zwitserland, Duitsland, België,
Engeland en Spanje treffen we tot op heden de traditionele methode van
besluitvorming aan van "besluiten, aankondigen en verdedigen". Een voorbeeld
hiervan is de opslag in de zoutkoepel te Gorleben. De zoutkoepel werd in
1977 uitgekozen, het besluit aangekondigd en vervolgens werd het besluit
verdedigd. Dat gaf vanaf het begin meningsverschillen, die doorwerken in
het regerings-programma van de huidige regering voor een moratorium op
het onderzoek te Gorleben. Het traditionele beleid heeft niet tot maatschappelijke
aan-vaarding geleid. De trend is dan ook dat veel landen zoeken naar een
andere benadering.
Kernenergie is een belangrijke bron
van kern-afval. Daarom ligt het voor de hand dat kernenergie een rol zal
spelen in elke discussie over opslag van kernafval. In vele landen stel-len
milieuorganisaties dat stoppen met kern-energie, hetzij meteen of binnen
afzienbare tijd, een noodzakelijke voorwaarde is voor een discussie over
wat er moet gebeuren met het kernaf-val dat onvermijdelijk geproduceerd
is. In Groot-Brittannië heeft een zogeheten consensus-conferentie
plaatsgevonden over kernafval, waarbij het burgerpanel de aanbeveling deed
kernenergie niet uit te breiden. In Duits-land noemde milieuminister Jürgen
Trittin het einde van kernenergie een voorwaarde voor een maatschappelijk
draagvlak van een oplossing van het kernafvalprobleem. Ook in Canada speelde
kernenergie een rol in de kernafval-discussie.
In Canada werd de discussie over kernafval
geleid door een onafhankelijke commissie, die los stond van de belangen
van de kernindustrie of milieuorganisaties. Dit wekte zoveel vertrouwen
dat veel groeperingen mee wilden doen. Canada is het enige land waar het
gelukt is een discussie van een dergelijke omvang te organiseren. De regering
heeft de uitvoering van de nieuwe discussie voor het beleid echter in handen
gegeven van de kernindustrie. Dat leverde meteen protesten op van milieu-organisaties,
omdat de onafhankelijkheid op deze manier verloren gaat.