Met het aannemen op woensdag 10 maart van de door de SP, PvdA en GL ingediende motie dat “de Eemshaven als mogelijke locatie in SEV III geschrapt moet worden” (95 voor en VVD, CDA en SGP -54 zetels – tegen), is Rutte’s proefballonnetje, een week eerder in het verkiezingsdebat “een kerncentrale past prima in energietransitie provincie Groningen” flink op hem teruggeslagen. Enkele dagen later kwam hij al terug op z’n woorden (“ik had in mijn hoofd dat daar misschien draagvlak is”) en trok z’n bewering weer in: “In de Eemshaven komt geen kerncentrale”.
Ook dat was wel vreemd, want de VVD wil tien kerncentrales bouwen, waar moeten die dan komen als Groningen al zo snel afvalt? Want bij de Maasvlakte is de provincie ook tegen (blijkbaar het criterium voor ‘draagvlak”?) En bij Borssele is er, planologisch gezien, echt geen ruimte voor 10. Het CDA-standpunt bij monde van Agnes Mulder was wel heel stoer dat Groningen er “op dit moment geen discussie over een kerncentrale” bij kan hebben, omdat ze nog bezig zijn met “de afhandeling van de aardbevingsschade en de versterkingsoperatie”. Maar het CDA zou wel tegen de motie stemmen, dat was een brug te ver.
Er leek dan ook geen meerderheid voor de motie om Eemshaven uit de Waarborglocaties in SEV III te schrappen: maar verrassend stemden de pro-kernenergie partijen PVV en FVD voor de motie waarmee een meerderheid werd bereikt.
VVD wil zon en wind kapot
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) neemt plannen op het gebied van kernenergie niet mee in haar berekeningen: het zijn plannen voor de verre toekomst. Dat is de reden dat de VVD niet heeft willen meewerken aan de doorberekening van haar milieu-praragraaf - die geeft dan een onvolledig beeld. Je zegt als partij namelijk dat je het klimaatproblemen oplost door het nog even 10 jaar door te schuiven, want zolang gaat het minimaal duren voor er een nieuwe in Nederland staat.
Maar in de economische doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB) van het VVD programma zijn wel enkele details te vinden van de energieplannen. Twee van de vier punten die het CPB noteert wegens de effecten op de begroting gaan over het energiebeleid. Ten eerste wil de VVD €100 mln reserveren voor het stimuleren van kernenergie en de afvang en opslag van CO₂ (carbon capture and storage, of CCS). Ten tweede wil de VVD de uitgaven aan de SDE++ met 25% verlagen. Dat is dus de subsidie voor de stimulering van hernieuwbare energie als zon, wind en groen gas, en sinds dit jaar ook uitstootreducerende maatregelen als CCS en elektrificatie in de industrie. Het feit dat aan de ene kant CCS gesubsidieerd moet worden maar op het mechanisme daarvoor (SDE++) sterk bezuinigd moet worden tekent wel de ware bezuinigingsreden: zon en wind.
Nu is stimuleren van kernenergie met (maximaal) 100 miljoen per jaar (waarvan dan ook nog een deel naar CCS zal gaan) echt peanuts en veel te weinig om de kans op kerncentrales te vergroten. Tekenend voor de halfslachtige houding en het geringe belang dat de VVD hecht aan ‘goed klimaatbeleid’ (waarvoor volgens hen kerncentrales en CCS immers noodzakelijk zijn).