Een paar weken na Groningen, is nu de volgende provincie aan de beurt in de 'misschien-daar-maar-een-kerncentrale'-fantasie. Ondanks een door hun gevraagd rapport dat duidelijk maakt dat de bouw van een kerncentrale heel lang duurt en bovendien te duur en niet rendabel is, wil het Provincie bestuur van Noord-Brabant onder leiding van FvD toch inzetten op kernenergie. Argument dat er dan geen windmolens en zonneparken gebouwd hoeven te worden, doet het dan misschien goed als statement, maar is onzin. Ondertussen beginnen de tegenstanders zich te organiseren en zijn om te beginnen een petitie gestart: ‘geen kernenergie in Brabant’.
Door de Gedeputeerde Staten van Brabant (Fvd, CDA, VVD en Lokaal Brabant) is vorig jaar aan TNO en NRG opdracht gegeven een rapport over de mogelijkheden van kernenergie in de provincie op te stellen. Het rapport ‘De rol van kernenergie in de energietransitie van Noord-Brabant’, werd afgelopen week gepubliceerd. Conclusie: duurder dan zon en wind en geen rol vóór 2030. Niks nieuws dus. Gedeputeerde Eric de Bie (FvD) laat zich door deze tegenslag niet uit het veld slaan: "We gaan voor een brede Brabantse energiemix” en de kerncentrale kan in plaats van zon en wind, want de “druk op de ruimte gaat alleen maar toenemen.” Maar het is niet zo dat je windmolens in Noord-Brabant kunt schrappen als je er een kerncentrale bouwt. Een kerncentrale is een nationale energievoorziening en de provincie heeft zich gecommitteerd aan de opgaven in de Regionale Energiestrategie om de klimaatdoelen te halen. En daar verandert een kerncentrale (waar dan ook) niets aan. Er is dus ook geen sprake van 'ruimtewinst'.
En het ruimtebeslag van wind en zon wordt, ook in dit rapport, heel hoog ingeschat terwijl in het zelfde rapport wordt gesteld dat “meervoudig ruimtegebruik” mogelijk is: “Bij wind- en zonne-energie is vaak meervoudig ruimtegebruik mogelijk (...). Zonnepanelen kunnen op daken en/of gevels van gebouwen worden geplaatst (bij voorkeur geïntegreerd) of bijvoorbeeld in een geluidswal. Bij windturbines op landbouwgrond blijft de grond beschikbaar voor veeteelt en akkerbouw.”
Dit ‘meervoudig ruimtegebruik’ is niet mogelijk bij een kerncentrale. Integendeel. “De mogelijke impact van een kerncentrale op de omgeving is groter: in een straal van 100 km rond de kerncentrale zijn er directe gevolgen bij een kernongeval”, aldus TNO/NRG.
Er is nóg een niet onbelangrijke horde te nemen: in Brabant is geen locatie voor een kerncentrale: de laatst overgebleven mogelijke locatie in de provincie, Industrieterrein Moerdijk, is in 2009 afgevallen.
Kernafvalopslag dan ook maar in Brabant?
Een van de problemen met kernenergie is kernafval, ook dat wordt gesignaleerd in het TNO/NRG rapport; wat er mee te doen? In Nederland wordt die beslissing door de politiek zo ver mogelijk vooruitgeschoven, dan lijkt het probleem opgelost en kan iedereen vrijuit fantaseren over nieuwe kerncentrales zonder de lastige vraag wat met het kernafval? Ergens aan het begin van de volgende eeuw (!) gaan we het er dan wel een keer over hebben, zo is de planning. Dat in Brabant kleilagen liggen die al 20 jaar genoemd worden voor de eindberging van kernafval, staat niet in het TNO/NRG rapport en wordt ook niet genoemd in de publiciteit.
De door de regering ingestelde Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA) heeft in 2001 het rapport ‘Terugneembare berging, een begaanbaar pad?’ uitgebracht. De commissie CORA geeft aan dat onder een groot deel van Nederland kleilagen voorkomen die mogelijk geschikt zijn voor opslag van kernafval. Deze kleilagen bevinden zich ook in het Noorden, maar zijn daar grillig van opbouw en “minder geschikt voor mijnbouwactiviteiten.” De reden: zoutkoepels breken door de kleilagen heen. De klei is het dikst ten zuiden van Schiermonnikoog (275 meter), in de omgeving van Arnhem (250 meter), de Noordoostpolder (150 meter) en in het Peelgebied (100-150 meter). Ook TNO studeerde op klei en heeft gekeken welke kleilagen de beste zijn en heeft daarover in 2014 een rapport uitgebracht. De vooronderstelling daarbij was dat een opslagmijn op zo’n 500 meter diepte aangelegd zou kunnen worden en dat de kleilaag minstens 100 meter dik was. Volgens TNO voldoen drie gebieden hieraan, namelijk Roerdalslenk (Noord-Brabant), Zuiderzee Diep (Gelderland) en Noord Nederland (Friesland). (hier meer over de plannen en vooral de kritiek er op).
Petitie
Ondertussen hebben vele partijen zich uitgesproken tegen het voornemen van Gedeputeerde Staten en is er een petitie gestart: Geen kernenergie in Brabant.