Pas als het kalf verdronken is, dempt men de put. Dus nu wordt kernenergie-regelgeving aangepast opdat uraniumverrijker Urenco, net als een kerncentrale, voor haar toekomstige sloopkosten een door de overheid goedgekeurde financiële zekerheidstelling moet hebben. Op dit moment is zo’n goedkeuring alleen verplicht voor kernreactoren en de COVRA. De aanpassing volgt uit het debacle rondom de financiering van de sloop van kerncentrale Dodewaard. Het kabinet wil kennelijk toch proberen de “financiële risico’s in het nucleaire landschap” te verkleinen.
Volgens het onlangs gepubliceerde ‘Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen in verband met de aanwijzing van de nucleaire inrichting van URENCO NEDERLAND B.V. TE ALMELO overeenkomstig artikel 15f, achtste lid, van de Kernenergiewet’ wordt Urenco, net als nucleaire installaties met een kernreactor, verplicht een goedgekeurde financiële zekerheidstelling te hebben voor de kosten die voortvloeien uit stillegging en ontmanteling van de installatie. Op basis van een goedgekeurd ontmantelingsplan maakt de vergunninghouder een raming van de kosten die met de ontmanteling zijn gemoeid. Voor die kosten moet dan een financiële zekerheidstelling zijn. Urenco heeft “de vrijheid een wijze van het stellen van financiële zekerheidstelling te kiezen die past bij haar bedrijfsvoering.”
Urenco was al “gebonden om rekening te houden met haar toekomstige verplichtingen rondom ontmanteling” en daarnaast moest het bedrijf ook al een ontmantelingsplan hebben. Nieuw is dat er voor de kosten die voortvloeien uit dat ontmantelingsplan financiële middelen moeten zijn en dat die goedgekeurd moeten worden door de ministeries van IenW en Financiën. Urenco heeft al een sloopfonds, maar zou dat fonds ook voor andere zaken kunnen gebruiken. “Dit levert een risico op voor de Staat der Nederlanden”, aldus de vrijgegeven Beslisnota’s Invoeren Financiële Zekerheid Urenco. De uraniumverrijker zelf heeft al aangegeven positief te staan tegenover de verplichting tot het stellen van financiële zekerheid voor de ontmantelingskosten voor de Nederlandse vestiging in Almelo. Inspraak op de wetswijziging loopt tot 14 juli.
Artikel gaat verder onder de tweet:
Dat is een ander traject. Vanaf 13 juni kan eenieder gedurende vier weken reageren op het ontwerpbesluit tot wijziging van het Bkse i.v.m. de aanwijzing van de nucleaire inrichting van URENCO overeenkomstig artikel 15f, achtste lid, van de Kew.
— Ministerie IenW (@MinIenW) June 17, 2022
Reden voor de aanscherping is het Rijks-streven om voor de nucleaire sector het principe ‘de vervuiler betaalt’ strikter te hanteren en 'nieuwe restrekeningen' te voorkomen. Dat streven komt weer voort uit het debacle met GKN, de exploitant van de gesloten kerncentrale Dodewaard, die vele miljoenen aan sloopfonds voor de kerncentrale heeft weggesluisd naar energie-cowboys Uniper, Engie, Nuon en EPZ.
Terwijl de de Raad van State al twee keer bevestigde dat GKN te weinig geld heeft gereserveerd, wees de inspectie IL&T het handhavingsverzoek van Laka af. Dit ligt nu ook bij de Raad van State.