Pyrrusoverwinning milieuorganisatie in dossier sloopfonds kerncentrale Dodewaard

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft van de Raad van State een tik op de vingers gekregen omdat ze Laka's handhavingsverzoek over het ontoereikende sloopfonds van kerncentrale Dodewaard onterecht had afgewezen. Laka had de inspectie van IenW officieel gevraagd handhavend op te treden omdat de eigenaar van kerncentrale Dodewaard na vele jaren nog steeds onvoldoende geld heeft gereserveerd voor de sloop van de kerncentrale. Het ministerie had handhaven geweigerd omdat het onevenredig zou zijn 'gelet op de afweging van het algemeen belang’. De Raad oordeelt nu dat het algemeen belang er juist bij gediend zou zijn als er voldoende geld voor de sloop van de kerncentrale is. Daarom vernietigt de RvS nu het besluit van de IenW. Tegelijkertijd laat de RvS de rechtsgevolgen wél intact: Op 31 oktober kon er, volgens de RvS, namelijk niet worden gehandhaafd.
Ondertussen heeft de IenW en Financiën besloten om de beoordeling van de derde versie van het voorgestelde sloopfonds van kerncentrale Dodewaard aan te houden.

Op 31 oktober was de zitting bij de Raad van State over het verzoek van Laka aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om GKN, de eigenaar van de in 1997 stilgelegde kerncentrale Dodewaard, te dwingen de regels na te leven. GKN heeft namelijk nog steeds geen sinds 2011 wettelijk verplichte goedkeuring voor de financiering van de sloop van haar kerncentrale.  GKN dient wel steeds een voorstel voor die financiering, maar i&W en Financiën stellen keer op keer vast dat GKN de ontmanteling te goedkoop inschat en te weinig geld reserveert. Dit gaat nu al ruim 10 jaar zo – en eigenlijk al veel langer: de verschillende verantwoordelijken vinden al sinds 2007 dat er te weinig geld opzij is gelegd – en, zo beredeneert Laka, kan het tot 2045 doorgaan, als er niet wordt opgetreden. In 2045 moet de sloop daadwerkelijk beginnen. Als er dan geld is. Met de uitspraak van de RvS wordt weliswaar bevestigd dat GKN in overtreding is en het ministerie dat niet zo maar ter kennisgeving kan aannemen ("het besluit van de staatssecretaris om niet te handhaven wordt vernietigd"), maar "blijven de rechtsgevolgen van dat besluit wél overeind". Dat betekent dat er nu niet gehandhaafd hoeft te worden. Een gelijk waar wij als milieuorganisatie niets aan hebben. "Een wonderlijke uitspraak. Het is niet meer dan een papieren overwinning, er verandert uiteindelijk niks.

GKN heeft namelijk op 21 juni vorig jaar opnieuw een aanvraag tot goedkeuring van de financiële zekerheidsstelling ingediend. Voor de derde keer. En het ministerie heeft daar nog geen beslissing opgenomen, hoewel dat wettelijk gezien binnen een half jaar zou moeten. Sterker, de staatssecretaris laat juist gisteren in antwoord op vragen van GroenLinks weten dat “[L]opende de gesprekken die de Staat heeft met GKN [de nieuwe aanvraag voor een geactualiseerde financiële zekerheid [wordt] aangehouden.” En voegt daaraan toe dat GKN in 2011 en 2015 een aanvraag voor financiële zekerheid ingediend heeft en dat die beiden zijn afgewezen.
De staatssecretaris zegt vervolgens: “De gesprekken tussen de Staat en GKN bevinden zich in een verder gevorderd stadium.” Dat ‘verder gevorderd stadium’ kenden we alleen al, uit december 2021.

Zodra overeenstemming is bereikt over een mogelijke schikking zal de Kamer hierover worden geïnformeerd”. Dus als de gesprekken op niets uitlopen, hoort niemand dat? Het is duidelijk dat de staat het allemaal laat gebeuren.

Al eerder, in september 2018, bleken de gesprekken met de achterliggende eigenaars van GKN over een out-of-court-settlement ook mislukt.

Deja vu na deja vu.

Hoe het nu staat met die aansprakelijkheidsprocedure die al bezig is vanaf begin 2016 is onduidelijk. In het kort: Die civiele procedure gaat erom te bepalen of de achterliggende aandeelhouders van NEA, de eigenaar van GKN, waaronder EPZ, de eigenaar van kerncentrale Borssele, aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de kosten van de sloop van de kerncentrale, als GKN niet voldoende geld heeft. De Staat is namelijk van oordeel dat uit “overeenkomsten blijkt dat GKN, SEP/NEA en de Energieproductiebedrijven geprobeerd hebben om alle juridische en financiële banden tussen (i) GKN en de Energieproductiebedrijven, (ii) GKN en SEP/NEA en (iii) SEP/NEA en de Energieproductiebedrijven door te snijden.“ En dat is van groot belang omdat de NEA tussen 2002 en 2009 €850 miljoen aan dividend uitkeerde aan EPZ & cs.
(citaten uitspraak Rechtbank Arnhem, 7-3-2017).

Laka beraadt zich op de te nemen vervolgstappen.