Bij alle overheidsstudies naar de (on)mogelijkheid van meer kernenergie in Nederland is er nog steeds een grote blinde vlek. Want ondertussen is het wel duidelijk datvoor meer kernenergie een forse bijdrage van de staat onafwendbaar is. Alleen dan kijkt "Europa" mee, want subsidies mogen wel, zolang ze de marktwerking maar niet verstoren. En met door het PBL verwachte 85% hernieuwbare elektriciteit in 2030 en de beperkte flexibiliteit van kerncentrales, is er geen niche voor door de staat gesteunde kerncentrales, zonder dat duurzame energieproducenten hier last van krijgen. Schuift Rutte IV de hete aardappel van een staatssteuntoets voor meer kernenergie voor zich uit om maar kernenergie-sprookjes te kunnen blijven vertellen?
Over kernenergie heeft het ministerie van EZK de laatste tijd heel wat rapporten opgeleverd: Of het voor Nederland realistisch is (nee), of marktpartijen geïnteresseerd zijn (nee), over hoe tot gedragen besluitvorming te komen, een scenariostudie kernenergie, de mogelijke financieringsconstructies (prijskaartje onbekend) en, afgelopen week, de outlook van het expertteam hoe te komen tot een duurzaam energiesysteem in 2050 (geen of een beperkte rol).
Maar waar KPMG voor Financiën in februari nog expliciet aangaf de verschillende financieringsconstructies niet getoetst te hebben aan de richtlijnen voor staatssteun, staat het Expertteam hier wel even bij stil:
Een derde aandachtspunt is de positie van de Nederlandse overheid. In omringende landen waar nieuwe kerncentrales worden gebouwd gebeurt dat met een zeer grote betrokkenheid van de overheid. Om de financieringskosten te verlagen lijkt het zelfs noodzakelijk dat de overheid direct of indirect (via een staatsbedrijf) in de centrale deelneemt. Zo’n deelname werpt – zeker als het om een groter aantal centrales zou gaan – echter vragen op over het gelijke speelveld van de elektriciteitsvoorziening. Zijn de investeerders in de veel omvangrijkere windparken op zee en alternatieve regelbare opwek overtuigd van het gelijke speelveld wanneer de overheid een eigen belang heeft in opwekking die met de windparken op zee concurreert? Leidt onzekerheid daarover tot een risicopremie op tenders wind op zee? Of tot minder aanbieders in Nederland omdat de investeerders immers ook kunnen deelnemen aan tenders in andere landen waar dit risico niet bestaat?
De vraag is alleen niet of de onzekerheid leidt tot een risicopremie voor wind op zee maar of de inmenging van de overheid überhaupt wel mag.
En dan is het goed om eens te kijken naar de procedure die is gevoerd rondom Hinkley Point C, de in Sommerset (VK) in aanbouw zijnde kerncentrale. De Britse overheid garandeerde in 2013 Hinkley de eerste 35 jaar (geïndexeerd) £92,50 per geproduceerde megawattuur (een strike price, ondertussen zo'n £120/MWh). Als de marktprijs lager is, past de overheid het verschil bij (een contract for difference, CfD). Met een gepland vermogen van 3200 megawatt loopt dat dus op tot een miljardensubsidie. Alleen is die subsidie in 2018 door de Europese Commissie getoetst en goedgekeurd:
(503) Vooraf merkt de Commissie op dat wijdverbreid gebruik van CfD's de rol van prijzen als investeringsprikkels aanzienlijk kan verstoren of zelfs volledig kan uitschakelen, en in feite kan leiden tot prijsregulering van elektriciteitsproductie op een door de overheid vastgesteld niveau.
[...]
(510) Ten slotte heeft de Commissie alternatieve scenario's gemodelleerd waarin het HPC-project [Hinkley Point C] niet plaatsvindt. Uit de resultaten van deze analyse blijkt dat de verplaatsing van alternatieve investeringen beperkt is. Met name de prognoses van krimpend aanbod laten voldoende ruimte over voor andere producenten en productietechnologieën om aan de capaciteit deel te nemen en/of deze uit te breiden, ongeacht de investering in HPC, met name gezien het tijdschema voor de sluiting van bestaande kern- en steenkoolcentrales. Het Verenigd Koninkrijk heeft ongeveer 60 GW nieuwe productiecapaciteit nodig die tussen 2021 en 2030 beschikbaar moeten komen; daarvan zal HPC er 3,2 GW verstrekken. Het zou onmogelijk zijn om dit tekort alleen met koolstofarme energiebronnen te dekken.
(511) De Commissie concludeert derhalve dat de steun een onbeduidende impact heeft op de handelsstromen, op prijzen en op investeringen.
Daar vinden we natuurlijk wat van, maar het is wel de juridische realiteit, en die wordt, als de plannen ooit doorgang vinden, ook toegepast op Nederland. Alleen is de situatie in ons kikkerlandje wel totaal anders dan die in het VK. Want waar het VK 60GW nieuwe capaciteit nodig had om het licht aan te kunnen houden, is Nederland alle zeilen aan het bijzetten om het opgewekte duurzame vermogen te kunnen verwerken. Uit de studies van EZK blijkt dan ook dat kernenergie in Nederland zeker niet onmisbaar is - wat meteen de terughoudendheid van ondernemers verklaart. Steeds duidelijker wordt dat Rutte IV alleen plannen voor kerncentrale smeedt omdat de VVD en het CDA populistisch rechts willen overtoepen. Want met een prognose van 85% hernieuwbaar krijgt Den Haag vanuit Brussel natuurlijk een hele dikke "doei" als alleen maar op lijkt dat er door kernenergieplannen een risicopremie op wind op zee komt. En dat geldt ook voor de door Zeeland verlangde subsidies voor de mogelijke levensduurverlenging van Borssele.
De beslissing van de Commissie over Hinkley Point C ging nog over CfD's, en er zijn juist andere financieringsmodellen waar Rutte IV naar kijkt. Voor de Brussel maakt echter het niet uit welk financieringsmodel er uiteindelijk wordt gekozen - alleen de uiteindelijk impact op de markt telt. En dan zie je dat andere modellen, zoals Regulated Asset Base (RAB, vgl. de Kalkarheffing), juist overblijven omdat daarin de overheid organiseert dat investeerders beschermd zijn voor risico's. Bij RAB wordt er bijvoorbeeld per MWh een vaste "Allowed Revenue" gegarandeerd. Daarmee hebben concurrenten die wel afhankelijk zijn van de MERIT-order het nakijken. Je zou maar net een paar honderd miljoen hebben geïnvesteerd in een windpark...
Weinig kans dus dat de Europese Commissie daar in mee zou gaan.