Gisteren publiceerde het CDA en de VVD weer een actieagenda voor kleine kerncentrales. Kamerleden Silvio Erkens en Henri Bontenbal vinden dat er te weinig haast gemaakt wordt en willen, tegen beter weten in, dat er vóór 2035 SMR’s in Nederland in bedrijf zijn. Hun ‘versnellingsplan’ is gister aan VVD-minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) aangeboden. Zij had vorige week op Kamervragen geantwoord dat ze er van uit gaat dat SMR’s niet vóór 2040 in Nederland inzetbaar zijn.
Chemiereus Dow met fabrieken in Terneuzen, Dordrecht en Delfzijl liet meteen in de Telegraaf weten “interesse te hebben in minicentrales”. Dat liet Chemelot in Limburg eerder ook al weten. Tót ze er echt over na gingen denken. Toen bleek het toch geen goed idee: “Chemelot constateert dat vanwege de onderlinge risico’s van chemische installaties, gecombineerd met de veiligheidseisen rondom een SMR de locatie Chemelot ongewenst is.” Met hun onrealistische ‘versnellingsagenda’, gaan Bontebal en Erkens volledig mee in het frame van BBB dat kernenergie op korte termijn inzetbaar zou zijn. Een frame dat maar om één reden wordt gebruikt: een einde maken aan duurzame en hernieuwbare energie.
Wat zijn die kleine modulaire kerncentrales eigenlijk? En hoe ver is de ontwikkeling? Herman Damveld zet het op een rij.