Kernenergie valt ook onder de Rijkscoördinatieregeling. Dat valt op te maken uit een nota van Minister Van der Hoeven (EZ). De Rijkscoördinatieregeling behelst het "stroomlijnen en verkorten van procedures voor de aanleg van energie-infrastructuurprojecten van nationaal belang". Hoewel het wetsvoorstel voor de regeling de transformatie naar een duurzame energiehuishouding moet bevorderen, wordt kernenergie nadrukkelijk niet uitgesloten en wordt de bouw van een kerncentrale onder een volgend kabinet mogelijk een project van nationaal belang. De regeling, die op 1 juli in moet gaan, legt de coördinatie van een project bij het Rijk. Decentrale bestemmingsplannen kunnen op die manier worden overruled en burgers hebben minder mogelijkheden en momenten om bezwaar aan te tekenen.
Auteursarchief: Stichting Laka
Brief Defensie over verarmd uranium
De langverwachte Kamerbrief inzake verarmd uranium van Defensie is er. In deze brief informeert Defensie over de huidige kennis van de gezondheidsrisico's van verarmd uranium en de visie van de Nederlandse regering hierop. Een Nederlandse vertaling van het rapport van de Italiaanse Senaatscommissie is als bijlage toegevoegd. Het rapport gaat onder meer over de Italiaanse regels voor de vaststelling van causaliteit voor aansprakelijkheid. Daarom wordt er in de brief ook aandacht besteed aan de Nederlandse regelgeving hierover. Daarnaast wordt kort ingegaan op de situatie op het schietterrein De Vliehors en op de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van het afgelopen najaar.
Borssele wil nu toch MOX
EPZ onderzoekt de inzet van MOX (Mixed Oxide - een mengsel van uranium en plutonium) in de kerncentrale Borssele. Het bedrijf dient een startnotitie voor een vergunningsaanvraag in bij het ministerie van VROM. De huidige bedrijfsvergunning houdt nu nog geen rekening met het inzetten van MOX. EPZ zal een Milieu Effect Rapport (MER) opstellen. Uit dit rapport moet blijken op welke wijze de inzet van MOX in de kerncentrale haalbaar is, welke alternatieven er eventueel zijn en wat de beste keuze is. De verwachting is dat EPZ het MER in de eerste helft van 2009 kan aanbieden. EPZ zegt vooral uit economische motieven voor MOX te kiezen, uranium is gewoon te duur geworden.
Er kleven nogal wat nadelen aan MOX: zo wordt het gebruik en dus ook het transport van plutonium, en het aantal locaties waar het te vinden is, veel groter (de 'plutonium-economie' komt daarmee dichterbij), wordt 'fresh-fuel' radioactiever, wordt de reactor minder stabiel, etc.
Borssele: splijtstofwisseling duurt langer door reparaties
EPZ laat weten dat de splijtstofwisselperiode bij de kerncentrale Borssele ongeveer twee weken langer duurt. Oorzaak is de reparatie van een afdichtplug van een ontwateringsleiding van een van de twee stoomgeneratoren. Preventief wordt ook de vergelijkbare plug van de andere stoomgenerator vervangen. Vervolgens worden de leidingen dichtgelast. Dit moet gebeuren in een droge omgeving. Om die reden worden de splijtstofelementen eerst uit de kern gehaald. In deze situatie kan het waterniveau onbeperkt verlaagd worden. Het hiervoor uitgewerkte tijdspad is het resultaat van strikte procedures.
Urenco mag doorgaan met export naar Rusland
De Raad van State heeft het beroep van Greenpeace tegen de VROM vergunning voor het transporteren van verarmd uranium door Urenco naar Rusland afgewezen. VROM gaf in 2006 samen met de ministeries van EZ en SZW een vergunning aan Urenco. Greenpeace maakte hiertegen bezwaar, maar VROM wees het bezwaar af: er is geen sprake van de export van afval, maar van hergebruik. Daarop ging Greenpeace in beroep bij de Raad van State. Greenpeace stelt dat Urenco Rusland gebruikt als 'goedkope nucleaire vuilnisbelt': 80 tot 95% van het nog verder verarmde uranium blijft achter in Rusland, opgeslagen in de open lucht in transportcontainers die ongeschikt zijn voor langdurige opslag. Het risico op lekkage is groot, rond de opslag in Seversk is ernstige radioactieve vervuiling vastgesteld. De Raad van State gaf het ministerie hierin gelijk.
Alle moties over kernenergie verworpen
Na het algemeen overleg in de Tweede Kamer op 3 april naar aanleiding van vermeende verschillen binnen het kabinet over kernenergie, werd er nu over de ingediende moties (6) gestemd. De moties hadden betrekkingen op:
- strikte randvoorwaarden voor nieuwe kerncentrales;
- over instemming van de Tweede Kamer met het afgeven van een vergunning voor een nieuwe kerncentrale;
- over het op korte termijn vaststellen van concrete randvoorwaarden voor het exploiteren van een kerncentrale;
- om de uitspraak van de minister van VROM over een blokkade van kernenergie tot 2030 voorbarig te noemen.
Alle moties werden verworpen.
Procedure SEV met locaties voor kerncentrales
De Inspraak Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening is van start gegaan. Om ook in de toekomst in de (volgens EZ) "groeiende elektriciteitsbehoefte te kunnen voorzien is er ruimte nodig om elektriciteit op te wekken en te transporteren." Op initiatief van ministers Van der Hoeven en Cramer heeft het kabinet daartoe het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) voorbereid. Dit is een planologische kernbeslissing (pkb) waarin ruimte wordt gereserveerd voor grootschalige productie en transport van elektriciteit.
Het gaat hier ook om het 'waarborgingsbeleid kernenergie' waarin de 5 locaties zijn opgenomen voor een mogelijke kerncentrale: Moerdijk, Westelijke Noordoostpolderdijk, Maasvlakte, Eems en Borssele.
Er komen drie inspraakavonden:
- donderdag 15 mei in Grand Hotel Wientjes, Stationsweg 7 te Zwolle;
- dinsdag 20 mei in het Evoluon, Noord Brabantlaan 1a te Eindhoven en
- donderdag 22 mei in het Zalencomplex Engels, Stationsplein 45 in Rotterdam.
De stukken zijn in te zien bij het ministerie van EZ, de provinciehuizen en via internet ook op het inspraakpunt.
'Zienswijzes' zijn in te dienen bij Inspraakpunt SEV III, Postbus 30316, 2500 GH Den Haag of via internet bij het Inspraakpunt.
Op basis van de inspraak en bestuurlijk overleg (samengevat als pkb deel 2) kan de pkb dan worden aangepast. De aangepaste pkb zal dan als definitief kabinetsstandpunt (pkb deel 3) naar verwachting dit najaar aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Cramer: beslissing kernenergie kan ook later
Van Minister Cramer hoeft er in 2010 niet beslist te worden over kernenergie, zoals de SER adviseert. Ze geeft nu al de voorkeur aan schone kolencentrales (waarbij de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen) en ze vindt dat Nederland bovendien te klein en te dichtbevolkt is voor een kerncentrale. "Tot 2020 kan kernenergie sowieso geen bijdrage leveren aan de klimaatambities van het kabinet omdat de voorbereiding en bouw van kerncentrales langer zou duren. Voor de periode daarna moet nog blijken of kernenergie voldoende duurzaam is. Wanneer ik moet kiezen tussen een kolen of een kerncentrale, dan kies ik voor de eerste maar dan uitgerust met CO2-afvang." Cramer wil ook de import van atoomstroom uit Frankrijk verminderen. De minister denkt dat met de bouw van schone, technisch hoogwaardige kolencentrales de doelen voor de vermindering van CO2 in 2020 gehaald kunnen worden.
Kamervragen over Iraanse studenten
Uit antwoorden op Kamervragen (van 4 januari!) over de oproep van de Nederlandse overheid terughoudend te zijn in het aannemen van Iraanse studenten op universiteiten, zegt Verhagen: "De regering is van mening dat een dergelijke bepaling een belangrijk onderdeel vormt van een breder pakket aan maatregelen dat door de Veiligheidsraad aan Iran is opgelegd opdat voorkomen wordt dat Iran de kennis verwerft die zou kunnen bijdragen aan Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van overbrengingsmiddelen voor nucleaire wapens" Lees hier een artikel over de politiek achter maatregelen van de internationale gemeenschap tegen Iran.
Notitie voorbereiding ongevalsbestrijding
VROM heeft de notitie Wijzigingen enkele uitgangspunten voorbereiding ongevalsbestrijding gepubliceerd. Het ongevalsscenario voor de ongevalsbestrijdingsplannen bij kernongevallen en de interventieniveaus dateren uit 1986. Volgens de notitie maken "gewijzigde inzichten en veiligere nucleaire installaties" aanpassingen noodzakelijk. Dit betreft zowel de wijze waarop de gevolgen van ongevallen worden ingeschat en berekend als de dosisniveaus waarop ingrijpen door de overheid nodig wordt geacht (interventieniveaus).