Nederland is van plan om pas in het jaar 2130 een eindberging voor radioactief afval in bedrijf te brengen. Tot die tijd wordt al het Nederlandse kernafval opgeslagen bij de Covra, de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval, in Vlissingen. De Covra hanteert voor het aannemen van kernafval een tarief wat in principe de kosten van verwerking, onderzoek en eindberging moet dekken. De Covra gaat er met haar tarieven van uit dat men op het eindbergingsfonds tot het jaar 2130 een rendement van 4,3% per jaar zal halen. Er is ook geraamd dat het aanleggen van een eindberging in de tweeëntwintigste eeuw tussen de €1,5 en €2,5 miljard zal kosten.
Bij deze aannames zijn er ten minste drie onzekerheden:
- De kostenraming van €1,5 - €2,5 miljard in het jaar 2130. Vorig jaar zomer zou de Covra ook met een nieuwe kostenraming komen, maar een jaar later is daarvan nog niets vernomen;
- De verwachting om tot het jaar 2130 gemiddeld 4,3% rente (2,3% rente + 2% inflatie) op het eindbergingsfonds te halen is erg optimistisch. Op dit moment ligt de rente rond de 0%. Om het rendement op het kernafvalfonds op te vijzelen, is de Covra er recent mee gaan beleggen;
- Het lijkt onvoorstelbaar dat Nederland serieus plannen maakt om pas over 113 jaar een eindberging aan te leggen. Dat is alsof er voor de Eerste Wereldoorlog een plan is gemaakt wat we vandaag zonder morren zouden moeten uitvoeren. Het lijkt waarschijnlijk dat een eindberging uiteindelijk alsnog eerder wordt aangelegd.
Deze factoren kunnen veel invloed hebben op de uiteindelijke kosten van Covra’s eindberging. Omdat klanten van de Covra nooit een naheffing kunnen krijgen, liggen de financiële risico’s hiervoor bij de Covra.
Daarmee zijn elektriciteitsproducenten EPZ (de exploitant van Borssele), Nuon, Engie, E.On/Uniper (met EPZ de aandeelhouders van voormalig kerncentrale Dodewaard), en ook ECN, de TU Delft en Urenco in Almelo gevrijwaard van toekomstige kosten voor hun kernafval. In 2002 heeft het Ministerie van Financiën alle aandelen van de Covra overgenomen. Daarmee komt het restrisico van dit kernafval nu ten laste van de Staat. Het overnemen van dit restrisico is (indirecte) staatssteun aan de klanten van de Covra.
Twee jaar geleden vroeg de Commissie voor de Milieueffectrapportage de Rijksoverheid al of dit staatssteun was. Toezichthouder ANVS ging hier toen niet precies op in. De ANVS schreef dat er geen probleem was, omdat de Covra zelf niet concurreert. De toezichthouder ging er niet op in hoe dit is voor de klanten van de Covra. Deze opereren vaak wel in een concurrerende markt.
De risico-vrijwaring voor de klanten van de Covra is er niet per ongeluk ingeslopen. Dat blijkt uit stukken die halverwege de jaren negentig zijn opgesteld bij de voorbereiding van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt.
Met de staatssteun-klacht hoopt Stichting Laka samen met duurzame energie opwekkers dat de Europese Commissie Nederland op zal dragen de marktverstoring van de elektriciteitsmarkt te stoppen. Producenten van elektriciteit met behulp van kernenergie moeten alle kosten van hun kernafval dragen. Niet alleen uit concurrentie-overwegingen maar ook om te voorkomen dat toekomstige generaties met kosten van kernafval worden opgezadeld.
Heeft u zelf ook zonnepanelen of (een aandeel in) een windmolen? Dan bent u ook concurrent van kerncentrale Borssele, EPZ, Nuon, Engie en E.On. U kunt dan zelf ook een staatssteun klacht indienen bij de Europese Commissie.
U vindt meer informatie op https://www.laka.org/info/zonnepanelen-tegen-kernenergie