Het tekort aan water (zoet water) is wereldwijd een steeds groter probleem; zo werd in 2016 geschat dat 4 miljard mensen minstens één maand per jaar een ernstig tekort aan water hebben. De Verenigde Naties waarschuwden enkele jaren geleden al voor een wereldwijd tekort als we niet meer rekening gaan houden met hoe en waarvoor we water gebruiken. Vorig jaar was Kaapstad het voorbeeld van een stad met gebrek aan drinkwater, afgelopen maand was de Indiase miljoenenstad Chennai het brandpunt van aandacht voor het watertekort. En dat tekort aan drinkwater zal alleen maar groter worden de komende jaren.
Elektriciteitsproductie is een belangrijke watergebruiker. Met de toenemende vraag naar elektriciteit neemt dus ook de vraag naar water scherp toe. In veel landen is elektriciteitsproductie nu al de grootste waterconsument. Maar er zijn grote verschillen in het watergebruik van de verschillende vormen van stroomproductie. Want uit onderzoeken blijkt dat vooral de conventionele (fossiele) centrales en kerncentrales (thermische reactoren) veel water gebruiken, terwijl zonne-energie en windenergie veel minder tot geen water gebruiken. Zo zal de nieuwe kerncentrale in Hinkley Point 130.000 liter water per seconde nodig hebben.
De auteurs van het Wereldwaterreport in 2015 van de Unesco (‘Water for a sustainable world’) bevelen dan ook aan om minder steenkool-, kernenergie- en gas-centrales te bouwen. De steun aan zon en wind moet drastisch omhoog: “In terms of water impacts, wind and solar PV are clearly the most sustainable forms of power generation.”
Zelfs het IEA, opgezet door de fossiele industrie en bepaald geen grote fan van duurzame energie, concludeert: “Efforts to tackle climate change can exacerbate water stress in some cases, or be limited by water availability. Some low-carbon technologies, such as wind and solar PV, require very little water; but the more a decarbonisation pathway relies on biofuels, concentrating solar power, carbon capture or nuclear power, the more water it consumes.”