Risico op ongecontroleerde kernreactie in de kelder van Tsjernobyl

Wetenschappers onderzoeken of ze in moeten grijpen, en hoe, nu ze in Tsjernobyl steeds meer kernreacties waarnemen. “Het is als sintels in een barbecue, het blijft smeulen.” In de kelders van de in 1986 ontplofte kernreactor bevindt zich nog 170 ton bestraald uranium, wat als een soort radioactieve lava in de ruimtes onder de kernreactor was gestold. Wetenschappers schatten dat ze nog nog enkele jaren hebben om te beoordelen of de kernreacties vanzelf gaan verdwijnen of dat het nodig is om in te grijpen om een oncontroleerbare kernreactie te voorkomen. Dit is ook van groot belang voor de kernreactor in Fukushima, waar ook veel splijtstof is gesmolten. Hoewel een explosieve kernreactie mogelijk beperkt zou blijven, zouden wel delen van de sarcofaag kunnen instorten.

Science meldt dat wetenschappers steeds meer neutronen meten in de gesmolten kernbrandstof van de 35 jaar geleden ontplofte Tsjernobyl-reactor. Dit wijst op spontane kernsplijting. Het grote gevaar is dat dit zich kan ontwikkelen tot een nucleaire kettingreactie - zoals in een kerncentrale - maar dan ongecontroleerd.

Het grote Tsjernobyl-mysterie: hoe onwetendheid beleid en politiek werd
Eind april zond een Canadese universiteit een interessant seminar met Kate Brown uit over hoe bewijs van wijdverbreide gezondheidsproblemen door blootstelling aan straling door Tsjernobyl uit de wetenschappelijke consensus verdween. Brown is hoogleraar wetenschap, technologie en samenleving aan het MIT. Ze is de auteur van Manual for Survival: A Chernobyl Guide to the Future, vertaald in negen talen.

Zie ook dit artikel over waarom er zo veel verschillende cijfers circuleren over slachtoffers van Tsjernobyl.

Het spook van een ongecontroleerde kettingreactie, of kritikaliteit, in de nucleaire ruïnes heeft Tsjernobyl lang achtervolgd. Toen een deel van de kern van de reactor op 26 april 1986 smolt, smolten brandstofstaven, hun zirkonium bekleding, grafiet regelstaven en zand - dat op de reactor was gegooid om het vuur te blussen - samen tot een radioactief soort lava, FCM (fuel-containing materials) genoemd. Ongeveer 170 ton bestraald uranium - 95% van de oorspronkelijke kernbrandstof - stroomde de kelderruimtes in en stolde. De sarcofaag van beton en staal, die pal na het ongeval om de overblijfselen van de reactor heen is gebouwd, was niet waterdicht: regenwater kon naar binnen sijpelen. Water remt ('modereert') neutronen, waardoor ze vaker een uraniumkernen raken en deze laten splijten. Daardoor veroorzaakte regenwater soms een stijging van het aantal gemeten neutronen.

Wetenschappers gingen ervan uit dat het kritikaliteitsrisico zou afnemen wanneer de New Safe Confinement (NSC) gereed zou zijn. Deze € 1,5 miljard kostende afdekking is bedoeld om de sarcofaag af te sluiten zodat deze gestabiliseerd en uiteindelijk ontmanteld kon worden. Dat, samen met het al in de jaren ‘90 installeren van sprinklers met een vloeistof die neutronen absorbeert, hielp. Na het gereed komen van de NCS werd het aantal neutronen in de meeste gebieden stabiel of neemt het af. Maar niet overal.

Stralingsmeters meten in een aantal ruimtes een stijging van de neutronen flux: bijna een verdubbeling over vier jaar in één ruimte (305/2) waar tonnen FCM's onder puin zijn bedolven. Modellen suggereren nu dat juist het opdrogen van de brandstof er voor zorgt dat neutronen juist effectiever uranium splijten. "Het is niet duidelijk wat het mechanisme zou kunnen zijn."

Maar de dreiging kan niet worden genegeerd. Terwijl het water steeds verder terugloopt, bestaat de angst dat "de splijtingsreactie exponentieel versnelt" in een ongecontroleerde kettingreactie. Wetenschappers die betrokken zijn bij het project zijn overtuigd dat het geen herhaling van april 1986 wordt, toen door explosie en brand een radioactieve wolk over heel Europa trok. Een op hol geslagen splijtingsreactie in gesmolten spijtstof zou door de splijtingswarmte het resterende water koken. Hoewel een explosieve reactie beperkt zou blijven, zou wel de instabiele delen van de gammele sarcofaag kunnen laten instorten en de New safe Confinement met radioactief stof vullen.

Het aanpakken van dit gevaar is 'a daunting challenge'. Stralingsniveaus in ruimte 305/2 verhinderen dat men dicht genoeg kan komen om sensoren te installeren. En sproeien van neutronen-absorberende vloeistof is geen optie omdat het radioactief materiaal onder beton is begraven. Een idee is nu om een ​​robot te ontwikkelen die de intense straling lang genoeg kan weerstaan ​​om gaten door het beton en in de FCM's te boren en boorcilinders in te brengen. Die zouden dan moeten gaan functioneren als regelstaven en neutronen moeten absorberen. Verder wordt in andere gebieden waar FCM mogelijk kritisch kan worden, de monitoring geïntensiveerd.

De heroplevende splijtingsreacties zijn niet de enige uitdaging in Tsjernobyl, 35 jaar na het begin van de kernramp. Door de intense straling en de hoge luchtvochtigheid vallen de FCM's uit elkaar - en komt er veel radioactief stof uit. Dit bemoeilijkt en vertraagd de noodzakelijke ontmanteling van de sarcofaag nog verder.
Elke oplossing die de wetenschappers in Tsjernobyl bedenken, zal van groot belang zijn voor Japan, dat te maken heeft met de nasleep van zijn eigen nucleaire ramp 10 jaar geleden in Fukushima. "Het is een vergelijkbare omvang van gevaar."

Dit bericht werd geplaatst in , en getagged met op door .
Heb je een opmerking of zie je een feitlijke onjuistheid? Laat het ons weten!

Over Stichting Laka

Het documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie - Ketelhuisplein 43, Amsterdam - tel: 020-6168294 - mail: info@laka.org - Twitter: @LakaNieuws - FB: facebook.com/stg.laka - Linkedin: company:stichting-laka - ActivityPub: @lakanieuws@laka.org


Gerelateerde berichten:

 

  • 1 september 2023: Radioactief cesium uit Tsjernobiel en uit kernwapens nog lang een probleem

    De wilde zwijnen die door de bossen in het Zuid-Duitse Beieren snuffelen, zijn nog steeds te radioactief om te eten consumptie. In een nieuwe studie die deze week in Environmental Science & Technology is verschenen, melden wetenschappers dat tenminste een deel van de radioactieve elementen in hun lichaam het resultaat zijn van de neerslag van […]


  • 25 augustus 2023: De zee is geen open riool voor radioactief afval!

    Gisteren is de uitbater van de kerncentrale in Fukushima toch begonnen met het lozen van grote hoeveelheden met radioactief tritium besmet water in de Grote Oceaan. Dit terwijl het ook mogelijk is het afvalwater op land op te slaan, tot het tritium radioactief vervallen is – ongeveer 100 jaar. Maar nee, de zee gebruiken als […]


  • 20 april 2023: Herdenking Tsjernobyl in Middelburg en bij kerncentrale Borssele

    Op 26 april 1:23 lokale tijd (bij ons op 25 april 23:23 uur) 1986, ontplofte reactor nummer vier in Tsjernobyl in de toenmalige Sovjet Unie en verspreidde een grote hoeveelheid radioactief materiaal over vooral Europa. Grote gebieden zijn nog steeds onbewoonbaar en tot in Duitsland zijn paddestoelen en wilde zwijnen ook nu nog ongeschikt voor […]


  • 11 maart 2022: Russische aanvallen op nucleaire installaties Oekraïne; een overzicht

    Verschillende nucleaire installaties in Oekraïne zijn de afgelopen twee weken aangevallen door het Russische leger: een nucleaire onderzoeksfaciliteit in Kharkiv; twee opslagplaatsen voor radioactief afval; de nucleaire site van Tsjernobyl (die geen reactoren meer in bedrijf heeft); en de kerncentrale van Zaporizja. Gelukkig is er nog geen straling van betekenis vrijgekomen. De operationele kerncentrales vormen […]


  • 12 mei 2021: KNMI: Groter gevaar op natuurbranden Tsjernobyl door klimaatverandering

    Het KNMI heeft een bericht gepubliceerd over bosbranden in de buurt van Tsjernobyl en het gevaar dat daardoor radioactieve deeltjes in de atmosfeer komen. Klimaatverandering, en dan met name de combinatie van de lokaal hogere temperatuur met zware buien leidt er toe dat rond de rampreactor vaker droogte voor gaat komen. Vorig jaar vond in […]


  • 1 maart 2021: Fukushima: gevolgen kernongeval 10 jaar later nog lang niet voorbij

    Op 11 maart 2011, binnenkort 10 jaar geleden, vond 130 km ten oosten van de Japanse stad Sendai een catastrofale zeebeving plaats met een kracht van 9,0 op de Schaal van Richter. De daaropvolgende tsunami richtte veel schade aan. Bij de kerncentrale Fukushima Daiichi was de vloedgolf zo'n 15 meter hoog en daarmee krachtiger dan […]