Het ministerie bevestigde Noordhollands Dagblad dat de tweede tranche van €28 miljoen van de lening aan Pallas is verstrekt op basis van kennis die EZ en de provincie zelf hadden over de markt voor medische isotopen. Dat was een maand nadat EZ constateerde geen kennis in huis te hebben om dit te kunnen beoordelen. In 2013 stelde EZ nog dat volgende tranches van de lening zouden worden uitgekeerd op basis van een adequate voortgang binnen budget en planning en uitzicht op private financiering voor de bouw en exploitatie. Dat was in 2015 dus niet meer van belang.
NHD schrijft: "EZ bevestigt desgevraagd dat het niet beschikt over hoogtechnologische (nucleaire) kennis en kunde, maar stelt dat dit ook niet noodzakelijk is. Voor het verstrekken van subsidie voor nucleair onderzoek aan NRG laat EZ zich bijstaan door een externe beoordelingscommissie (EBC) met deskundigen die onafhankelijk zijn van NRG, aldus een woordvoerder."
NRG meldde voor het laatst in het jaarverslag van 2011 wie er in de EBC zitten. Toen waren dat – naast een aantal professoren van de TU Delft – onder andere H. Rakhorst, oud-directeur van uraniumverrijkingsconcern Urenco, H. Codée, oud-directeur bij kernafvalorganisatie Covra, P. Buijs, directeur bij energiebedrijf Delta -toen volop bezig met een nieuwe kerncentrale in Borssele- en M. Crajé, medewerker bij kerncentrale Borssele: een dwarsdoorsnede van de Nederlandse nucleaire sector. Momenteel zit, volgens eigen opgave, P. de Jong in de commissie die subsidieaanvragen voor NRG's nucleaire projecten onafhankelijk toets. De Jong was tot 2012 bij NRG projectdirecteur Pallas. Kennelijk verlangt EZ weinig professionele afstand bij de toekenning van forse nucleaire subsidies.