Volgens minister voor Klimaat en Energie Jetten is dit een belangrijke mijlpaal in de transitie naar meer duurzame energie. Ter vergelijking, 10,7 GW extra is twee keer zoveel als alle Nederlandse huishoudens samen gebruiken aan elektriciteit. “Rond 2030 willen we 21 GW uit windenergie op zee halen, waarmee windenergie op zee in 2030 onze grootste bron van elektriciteit is. Bij het aanwijzen van de windenergiegebieden is zorgvuldig gekeken naar de andere belangen op de Noordzee zoals scheepvaart, visserij, natuur en defensie.”
Verdubbeling van wind op zee in 2030 heeft grote gevolgen. TNO legde het in december 2020 nog eens uit in een voor Noord-Brabant geschreven rapport over de rentabiliteit van kernenergie in een energiesysteem met veel zon en wind:
"Kernenergie wordt gekenmerkt door hoge investeringen en lage variabele kosten. Om deze investeringen terug te verdienen is het maken van zoveel mogelijk draaiuren (vollasturen) noodzakelijk. Elektriciteitsproductie uit zon en wind hebben echter nog lagere variabele kosten dan kerncentrales. Dat betekent dat in een energiemarkt waarbij met zon en wind een groot deel van het jaar in de elektriciteitsvraag kan worden voorzien, het aantal uren dat de kerncentrale in bedrijf is sterk afneemt. Hierdoor zal het niet meer mogelijk zijn om de investeringskosten terug te verdienen. In een energiesysteem waarin de productie van waterstof met elektrolyse een grote rol speelt, kan mogelijk het aantal vollasturen van een kerncentrale verhogen. De door Berenschot en Kalavasta uitgevoerde systeemstudie laat echter zien dat een scenario met waterstofproductie op basis van elektriciteit uit een kerncentrale tot hogere maatschappelijke kosten leidt dan in een referentiescenario zonder kernenergie."