Verbruikte kernbrandstof blijft vele tienduizenden jaren hoog radioactief. Dat afval ligt voorlopig in tijdelijke opslagbunkers, maar hoe lang kan het daar nog blijven?
Oekraïne stuurt haar verbruikte kernbrandstof, de bestraalde splijtstof die bij het opwekken van energie in een kernreactor ontstaat, deels naar Rusland. Het grootste deel van het afval wordt echter opgeslagen bij de kerncentrales zelf. Een Oekraïens staatsbedrijf werkt samen met het Amerikaanse Holtec International aan de bouw van een centrale opslag bij Tsjernobyl. Medio 2016 moet de eerste fase gereed zijn. Even verderop werken dezelfde bedrijven aan een nieuwe opslag voor de verbruikte kernbrandstof van de drie inmiddels ontmantelde reactoren van Tsjernobyl. Deze nieuwe opslagfaciliteit wordt gebouwd ter vervanging van de oude opslag en moet honderd jaar meegaan. Hetzelfde geldt voor de speciale bunker waar Nederland haar hoog radioactieve afval opslaat, op het terrein van de Centrale Opslag voor Radioactief Afval (COVRA) in Zeeland.
Eindberging
Op de lange termijn hebben we andere, definitieve oplossingen nodig. Ook na honderd jaar is een deel van het afval nog hoogradioactief. Het idee is om dit ‘langlevende’ afval diep in de grond op te slaan, in ‘stabiele geologische aardlagen’. Die eindberging moet er voor zorgen dat radioactief afval het menselijke leefmilieu niet meer kan besmetten. Oekraïne heeft, net als Nederland, nog geen locaties voor de eindopslag van radioactief afval. In Nederland verdwenen in de jaren 70 de plannen voor opslag in zoutkoepels onder druk van lokaal en regionaal verzet in de ijskast. Het beleid is er één van uitstel: de verbruikte kernbrandstof wordt tijdelijk bovengronds opgeslagen in afwachting van een te zijner tijd te realiseren definitieve eindberging. De tussenopslag in de COVRA, oorspronkelijk gepland voor 50-100 jaar, is inmiddels verlengd. Volgens het recent gepubliceerde Nationaal programma eindberging verwacht Nederland de eindberging pas in 2130 te kunnen realiseren. Ondertussen zijn problemen gerezen rond de financiering van de eindberging, hetgeen nog meer vertraging kan opleveren.
Sinds kort wordt in Nederland ook officieel de optie onderzocht om het afval in het buitenland op te slaan. De toenmalige Oekraïense president Viktor Joesjtsjenko liet bij zijn aantreden in 2005 een proefballonnetje op over de mogelijkheid verbruikte kernbrandstof uit het buitenland te importeren voor opslag in de zwaar besmette 30 kilometer
zone rond Tsjernobyl. Ewoud Verhoef, directeur van de COVRA en programmadirecteur van de werkgroep die de mogelijkheid onderzoekt van internationale opslag van kernafval (ERDO), benadrukt dat uitsluitend onderzoek wordt gedaan doet naar internationale opslagmogelijkheden binnen de EU. En daar valt Oekraïne – voorlopig – buiten.
Lees hier meer over deze "Artikel 19" procedure.