Kernenergie levert relatief weinig CO2 op en lijkt daarmee een flinke bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van de klimaatopwarming. Helaas zitten hier wat akelige addertjes onder het gras.
De eerste metingen die duiden op de opwarming van de aarde stammen uit het begin van de vorige eeuw. Oorzaak: de – sinds de industriële revolutie sterk toegenomen – uitstoot van broeikasgassen. Pas decennia later komt een debat over de klimaatopwarming op gang, in de media en daarbuiten. Tijdens de Earth Summit in 1992 wordt in Rio de Janeiro het eerste VN Klimaatverdrag ondertekend. Inmiddels is vrijwel iedereen het erover eens dat de uitstoot van CO2 – kooldioxide, het belangrijkste broeikasgas dat bij verbruik van fossiele energiebronnen in de atmosfeer terechtkomt – omlaag moet. Het enige waarover men van mening verschilt, is de snelheid waarmee dat moet gebeuren.
Kernenergie koolstofneutraal?
In 2007 werd de aandacht voor het klimaatprobleem nog eens versterkt door de documentaire “An inconvenient truth” van voormalig Amerikaanse presidentskandidaat Al Gore. Dat was midden in een periode dat steeds meer mensen in kernenergie een mogelijkheid zagen om de CO2-uitstoot binnen korte tijd sterk terug te dringen. Geen vreemde gedachte – als je alleen naar de centrales kijkt. Een kerncentrale is vrij van CO2-uitstoot, dus koolstofneutraal.
Kernenergie omvat echter veel meer dan een kernreactor die elektriciteit produceert. Die reactor is een onderdeel van een hele kernketen: van uraniumwinning tot de productie van kernbrandstof, van gebruikte kernsplijtstof tot kernafvalopslag en ontmanteling van kerninstallaties. De talrijke transporten die hiervoor nodig zijn leveren de nodige CO2-uitstoot op.
Maar dat is niet het belangrijkste. De relatie tussen het gehalte aan uranium in uraanertsen en de CO2-uitstoot legt veel meer gewicht in de schaal, zeggen experts. Hoe armer de ertsen, hoe meer energie het kost om het uranium vrij te maken. Er zijn uitzonderlijke gevallen bekend van uraniummijnen in Canada waar de ertsen bijzonder rijk aan uranium zijn, tot wel 20 procent. In werkelijkheid zijn de bekende wereldwijde uraniumvoorraden met ertsen die rijker zijn dan 0,01 procent uranium echter beperkt.
Explosief toenemende kosten
Ook de hoge bouwkosten en –tijden van kerncentrales maken van kernenergie een niet erg geschikte kandidaat voor een snelle bestrijding van CO2-uitstoot. De bouw van een centrale kost vele miljarden en neemt minstens tien jaar in beslag. Bovendien gaan huidige bouwprojecten gepaard met jarenlange vertragingen en enorme kostenoverschrijdingen. Een recent voorbeeld hiervan is de bouw van de kerncentrale Hinkley Point C in Somerset, Engeland. Het Franse energiebedrijf EDF wil daar twee Europese drukwaterreactoren bouwen, maar er zijn twijfels gerezen over het reactorontwerp. Bij soortgelijke reactoren die in aanbouw zijn in Europa en Azië werden constructiefouten geconstateerd. Om het bouwproject te redden heeft EDF samenwerking gezocht met het Chinese bedrijf CGN. Toch stapte een directeur van EDF in februari op omdat hij het project niet langer voor zijn rekening wilde nemen. Bovendien zijn investeerders huiverig vanwege de hoge kosten, die worden geschat op 31 miljard euro. Volgens Labour parlementslid Lisa Nandy net zo veel “als de Olympische spelen van 2012, Crossrail en Heathrow’s Terminal 5 tezamen”.