Laka Foundation

Publication Laka-library:
Concept Routekaart Eindberging radioactief afval

AuthorMin. IenW
1-01-4-15-25.pdf
DateFebruary 2025
Classification 1.01.4.15/25 (WASTE - DIRECTIVE 2011/70/EURATOM)
Remarks Versie december 2024. Bijlage bij Hoofdrapport: 1.01.4.15/23. Andere Bijlage 1.01.4.15/24. Engelstalige samenvatting 1.01.4.15/26
Front

From the publication:

Routekaart Eindberging radioactief afval
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
versie 11 december 2024

1 Inleiding
Bij het gebruik van radioactieve stoffen in onder andere de geneeskunde, de 
landbouw, de industrie, in wetenschappelijk onderzoek en bij de productie van 
elektriciteit met behulp van kerncentrales ontstaat radioactief afval. Dit 
radioactieve afval bestaat uit allerlei stoffen, materialen, verbruikte 
splijtstoffen en opwerkingsafval, gereedschappen, toestellen, leidingen en 
beschermde kledingstukken die niet meer gebruikt kunnen worden.
Radioactief afval moet enkele jaren tot vele duizenden jaren veilig worden 
beheerd totdat het stralingsniveau zodanig is gedaald dat het niet meer 
gevaarlijk is. De exacte duur van deze periode is afhankelijk van welke 
radionucliden er met welke activiteit in het afval zitten, het al dan niet 
opgewerkt zijn van het afval6, maar ook door bijvoorbeeld maatschappelijke
eisen.
Veertig jaar geleden besloot de regering om radioactief afval in Nederland op
een centrale plek op te slaan. De bovengronds opslag bij COVRA in Zeeland is 
een tijdelijke oplossing – bedoeld voor een periode van ten minste 100 jaar -
omdat er geen garantie is dat de keten van actief beheer die nodig is bij 
bovengrondse opslag over een periode van vele duizenden jaren in stand blijft 
of kan blijven. De periode van 100 jaar is vastgesteld met de gedachte dat het
Nederland tijd geeft om geld te sparen voor een eindberging, verder onderzoek
te doen naar beheeropties en te leren van ontwikkelingen in andere landen. Een
bijkomend voordeel van een periode van bovengrondse opslag is dat de straling 
van het afval geleidelijk afneemt. Na verloop van tijd zou een deel van het 
afval dan niet meer in een eindberging hoeven en mogelijk zelfs kunnen worden 
hergebruikt.