Publication Laka-library:
Samenvatting project herbezinning kernenergie
Author | Project herbezinning |
![]() |
6-01-3-10-49.pdf |
Date | May 1988 |
Classification | 6.01.3.10/49 (NUCLEAR SAFETY - REACTORS - GENERAL) |
Front |
From the publication:
INLEIDING De aanleiding tot de herbezinning Het zekerstellen van de openbare elektriciteitsvoorziening in de komende decennia noopt de Nederlandse regering tot een beslissing over de toekomstige opwekking van elektrische energie. Naast de omvang van het te installeren vermogen is vooral de keuze van de te gebruiken brandstof onderwerp van discussie. Een van de mogelijkheden is de toepassing van kernenergie. De besluitvorming over de toekomstige elektriciteitsproduktie en de eventuele rol van kernenergie daarbij was eind april 1986 in een beslissend stadium gekomen. De regering - handelend volgens de overeengekomen procedure van de Planologische Kernbeslissing (PKB) - had een standpunt ingenomen ten aanzien van de aanvaardbaarheid van enige mogelijke vestigingsplaatsen voor nieuwe kernenergiecentrales. Een drietallocaties werd op grond van de gehanteerde criteria geschikt verklaard voor vestiging. Voor twee andere- Moerdijk en Westelijke Noordoostpolderdijk- werd nog nader onderzoek wenselijk geacht. Op 26 april 1986 vond het ongeval met de kernreactor te Tsjernobyl plaats. Enige dagen later liet de regering aan de Kamer weten het voorgenomen debat over de vestigingsplaatsen te willen uitstellen. Tijdens het debat van 7 mei naar aanleiding van het ongeval, verzocht de Kamer in een tweetal moties- van respectievelijk de leden Lansink-Braams en Tommel (zie bijlage 1)- om de PKB op te schorten, totdat grondige analyse en evaluatie van de Russische kernramp zouden hebben plaatsgevonden. Zij achtte een herbezinning op de toepassing van kernenergie in Nederland op zijn plaats en verzocht de regering het principebesluit tot uitbreiding van het aantal centrales opnieuw in overweging te nemen. Daarbij leek haar nadere informatie wenselijk met betrekking tot het risico en de economische gevolgen van een kernongeval in Nederland. De regering besloot daarop in het kader van een heroverweging een aantal studies te laten plaatsvinden ter voorbereiding van het regeringsstandpunt inzake de bouw van nieuwe kernenergiecentrales in ons land. Het tijdens hetzelfde debat toegezegde Werkplan Afwikkeling Tsjernobyl werd op 23 juni aan de Kamer aangeboden. Dit markeert de afsluiting van een periode, waarin de aandacht primair was gericht op de beheersing van de directe gevolgen van het ongeval voor mens en milieu. Vanaf dat moment gaat- naast de afwikkeling van de genomen maatregelen - de aandacht vooral uit naar het initiëren van beleidsmaatregelen en naar het doen van onderzoek met het oog op de vraag hoe te reageren op een dergelijk ongeval. De aansluiting op reeds lopende activiteiten en onderzoeksprogramma's ligt daarbij voor de hand. Ook de onderhavige herbezinning op de voorgenomen uitbreiding van het aantal kernenergiecentrales in ons land past in dit kader.