De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de ontwerpbeschikking Brandstofdiversificatie Kerncentrale Borssele op grond van de Kernenergiewet (Kew) ter inzage gelegd. Door die vergunning moet het EPZ mogelijk worden om in de kerncentrale Borssele MOX en ook (c)-ERU te gebruiken. MOX is een mengsel van uranium en plutonium. (c)-ERU is gecompenseerd verrijkt opgewerkt uranium. Om gebruik van (c)-ERU te maken moet de maximale verrijkingsgraad verhoogd worden. Nu mag er maximaal tot 4,4% verrijkt uranium (percentage splijtbaar U-235) gebruikt worden. Door de storende werking van U-236 die in het opgewerkt uranium aanwezig is en dat werkt als een neutronenvanger moet er meer splijtbaar uranium aanwezig zijn om de zelfde energie op te wekken.
Doordat plutonium een aantal kernfysische eigenschappen heeft die anders zijn dan uranium-235, worden de veiligheidsmarges door de inzet van MOX kleiner. Door de inzet van MOX en (c)-ERU neemt de stralingsbelasting van werknemers, de tritium-lozingen, de proliferatiegevaren, etc. toe. [[lees meer over bezwaren].
Tot 20 april kun je bezwaar maken (bezwaarschrift) tegen het voornemen van EL&I om de vergunning af te geven.