In juni beloofde minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat nog dat er zodra er een samenwerkingsovereenkomst met EPZ over het delen van kennis voor nieuwe kerncentrales zou zijn, de Kamer het zou horen. Dat blijkt niet gebeurd. Die overeenkomst tussen de minister en EPZ is al op 30 oktober getekend maar de Kamer is nog niet geïnformeerd. Het is nog niet bekend wat er in de overeenkomst staat. Geheimdoenerij en kernenergie zijn blijkbaar ook voor deze minister zaken die dicht bij elkaar liggen.

In een brief aan de Kamer van 29 juni over onder meer de voortgang van de voorbereidingen voor de bouw van twee kerncentrales, liet minister Jetten (EZK) weten dat het voor de hand ligt om een samenwerkingsovereenkomst met EPZ te tekenen. Dit, aangezien EPZ “de enige operator van een kerncentrale in Nederland” is, en “daardoor veel nucleaire en locatie-specifieke kennis” heeft; “het ligt voor de hand deze kennis effectief in te zetten.” Er wordt “deze zomer” toegewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst en de minister beloofd dan: “Zodra deze gereed is, zal ik uw Kamer nader informeren.”

Naar nu door publicatie in de Staatscourant blijkt, is die Samenwerkingsovereenkomst al op 31 oktober, dus ruim een maand geleden, ondertekend door de minister en EPZ, maar de Tweede Kamer heeft daar nog steeds geen informatie over ontvangen. De overeenkomst “wordt ter inzage gelegd” op het ministerie van EZK in Den Haag. Dat is handig voor mensen in Zeeland.

Waarom is de sfeer van geheimdoenerij en het onttrekken van besluiten aan parlementaire controle nooit ver weg als het over kernenergie gaat?