Laka Foundation

Publication Laka-library:
Kommentaar op conceptvoorstel nieuwe Elektriciteitswet

AuthorAlgemene Energie Raad
DateOctober 1985
Classification 1.01.7.34/16 (UTILITIES - OTHER/GENERAL)
Front

From the publication:

0. Inleiding en samenvatting

De Raad voldoet hiermee aan een verzoek van de Minister van Economische Zaken
om hem te adviseren over de hoofdlijnen van een koncept-voorstel voor een nieuwe 
Elektriciteitswet (1). Het advies bestaat uit twee delen. In hfdst. 1 geeft de Raad aan 
waarom hij reorganisatie van de elektriciteitsproduktiesektor en wettelijke regeling 
van ministeriële bevoegdheden nodig vindt. In hfdst. 2 en 3 beoordeelt hij de 
voorstellen die de Regering dienaangaande doet.

De Raad meent dat behoefte bestaat aan wetgeving, waarin een integrale 
regelgeving voor de elektriciteitssektor en een verbetering van de organisatorische 
struktuur worden neergelegd. De Raad dingt daarbij zeker niet af op de 
betrouwbaarheid van de voorziening en de kompetentie van de sektor. Hij meent 
echter dat moet worden bedacht dat de elektriciteitssektor voor hardnekkige 
problemen is gesteld, die de belangen van de Nederlandse elektriciteitsverbruikers 
kunnen schaden. Voor een deel vloeien die problemen voort uit nationaal beleid ten 
aanzien van de prijs en inzet van energiedragers, een ander deel hangt echter samen 
met de huidige beheersverhoudingen in de elektriciteitssektor, die een goede 
besluitvorming, waarbij het landelijk belang wordt verdiskonteerd, bemoeilijken. 
In een aantal regio's in Nederland zijn de elektriciteitstarieven hoog en soms 
onvoldoende konkurrerend en tenslotte is de elektriciteitssektor organisatorisch niet 
altijd adekwaat toegesneden op de inpassing van nieuwe energiebesparende 
opwekkingstechnieken.

De Raad kan zich vinden in de voorgestelde juridische en beleidsmatige scheiding 
van produktie en distributie. Over het distributie-aspekt heeft de Raad in mei jl. al 
geadviseerd (2); wat betreft de opzet van de produktiestruktuur wijkt de Raad 
fundamenteel af van de voorkeur van de Regering. De Raad is er in grote 
meerderheid voor om geleidelijk tot een landelijk bedrijf te komen. Daarmee 
wordt een heldere verdeling van beheer en bevoegdheden verkregen en ontstaat 
één aangrijpingspunt voor het beleid, dat ook in termen van kostenbeheersing 
effektief is te realiseren.

Ministeriële bevoegdheden kunnen worden beperkt tot de toetsing van het beleid
van het landelijk bedrijf aan de algemene eisen die, in het kader van een 
samenhangend energiebeleid, aan een goede en efficiënte elektriciteitsvoorziening
mogen worden gesteld. Een landelijk bedrijf zou in bevredigende zin kunnen 
worden gerealiseerd, ook vanuit een oogpunt van zeggenschapsverhoudingen, 
wanneer dit geleidelijk zijn beslag zou krijgen door alle nieuwbouw aan een aparte 
vennootschap voor te behouden waarin eigenaars van bestaande produktiebedrijven 
participeren. In deze vennootschap dient door vergaande decentralisatie de 
konkurrentie tussen de verschillende opwekeenheden behouden te blijven.

(1) Adviesaanvrage dd. 19 juni 1985 gaat hierbij (bijlage 1 ).
(2) Reorganisatie energiedistributie. AER. 22 mei 1985.

This publication is only available at Laka on paper, not as pdf.
You can borrow the publication or request a copy. When we're available, this is possible for a small fee.