De motie van Omtzigt luidt aldus:
De Kamer
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering nog altijd stappen onderneemt om de aandelen
in URENCO van de hand te doen;
van mening dat het bezit van aandelen in URENCO van belang is om
strategische belangen voor Nederland in het kader van het economisch
veiligheidsbeleid en voor het behoud van technologische kennis, innovatie en
werkgelegenheid;
verzoekt de regering om, de aandelen in URENCO niet te verkopen en in een
volgende nota Deelnemingenbeleid het bezit van aandelen URENCO aan te
merken als van "strategisch belang",
en gaat over tot de orde van de dag.
De reactie van minister Dijsselbloem op de motie was aldus:
"De motie van de heer Omtzigt op stuk nr. 224 heeft betrekking op het al dan niet verkopen van aandelen in Urenco. Wij leggen op dit moment de laatste hand aan wetgeving om de publieke belangen veel beter te borgen. Wij hebben echt fundamenteel gekeken naar het hele complex van publieke belangen rond dit bedrijf. Daarnaast speelt dat de Duitse en Engelse aandeelhouders willen verkopen. Dit betekent dat wij ons moeten herbezinnen op onze positie. Ik geef de Kamer in overweging de motie aan te houden en eerst het debat te voeren aan de hand van het wetsvoorstel. Als de Kamer er op basis van dit wetsvoorstel vertrouwen in zou hebben dat wij de publieke belangen goed hebben geborgd, kan daarna een zelfstandige afweging worden gemaakt. Het kabinet zal die afweging overigens ook nog definitief moeten maken, willen wij vervolgens privatiseren of niet. Als de motie nu in stemming zou komen, zou ik haar ontraden. Ik zou het goed vinden om eerst het debat te voeren over de wet die binnenkort aan de Kamer zal worden voorgelegd."
Update (8 september): Pieter Omtzigt heeft inderdaad de motie aangehouden. Wanneer het wetsvoorstel (en dus het debat) komt is nog onbekend.