Als ze met de Duitse staat overeenstemming bereiken, zo zeggen bronnen, zijn de bedrijven bereid hun rechtszaak tegen de Duitse staat in te trekken. Daarin eisen bedrijven als RWE en Vattenfall enorme schadevergoedingen voor de ‘atomausstieg’. In Duitsland is veel kritiek op het plan voor een ‘Atomstiftung’ waarbij de staat het risico loopt.
Uit het feit dat RWE er nu over denkt om Urenco onder te brengen in die stichting, valt op te maken dat de verkoop van Urenco niet op rolletjes loopt. Dat bleek al eerder toen Britse media berichten over moeizame onderhandelingen tussen de drie aandeelhouders: Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland (RWE en E.on). Die moeten unanieme overeenstemming bereiken over verkoop en vooral de voorwaarden daarvoor. Dat blijkt moeilijk. In mei 2013 kwam minister Dijsselbloem al met een waslijst van voorwaarden voor het borgen van algemene belangen zoals proliferatie. Vooral Verenigd Koninkrijk wil dolgraag verkopen en zal dus ook bereid zijn minder voorwaarden et stellen om zo een betere prijs te krijgen.
Op een door stichting VEDAN en Laka georganiseerd politiek debat, eind oktober in Almelo, bleek al dat de animo in Nederland niet groot is om Urenco te privatiseren. Ook de partij van Dijsselbloem, PvdA, staat zeker niet te springen; coalitiepartner VVD is eigenlijk de enige partij die voor verkoop is.
Begin september beloofde Dijsselbloem snel met een wetsvoorstel voor verkoop te komen. Dat is niet gelukt. Op vragen van parlementariërs over de onderhandelingen wordt niet geantwoord. De vraag is nu wat er gaat komen: een wetsvoorstel voor verkoop of de aankondiging dat de privatiseringsplannen mislukt zijn.