Minister Dijsselbloem heeft vragen beantwoord die tijdens het debat over Staatsdeelnemingen gesteld werden. Een paar van die vragen gingen over Urenco (voor een derde deel van de Nederlandse Staat). Dijsselbloem herhaalt nog eens (antwoord op vraag 19) dat de onderhandelingen over de verkoop van Urenco afgebroken zijn: de Duitse overheid ging niet akkoord met een voorstel voor verkoop waarin ook een beursgang mogelijk was. Net als minister Kamp eind oktober suggereert minister Dijsselbloem nu ook weer dat Nederland daar al akkoord mee was gegaan. Bijzonder vreemd, omdat tot nu toe, Nederland naar buiten toe altijd de ‘kampioen van het borgen van publieke belangen’ leek. En daar hoort een beursgang niet bij.
Het antwoord op een andere vraag (58) is ook interessant. De vraag gaat over de lagere credit rating en kredietwaardigheid van het bedrijf en wat de minister daar aan wil gaan doen. Dijsselbloem: “De wereldwijde vraag naar verrijkt uranium en daarmee de potentiële verdiencapaciteit voor Urenco is gedaald. De verdiencapaciteit van een onderneming is een van de indicatoren waarop de credit rating is gebaseerd. Uit een lagere potentiële verdiencapaciteit volgt daarom een lagere credit rating. Urenco heeft echter wel voldoende liquide middelen en een solide vermogenspositie. Urenco ontwikkelt momenteel een nieuwe strategie, waarin de daling van de vraag naar verrijkt uranium een belangrijke rol speelt. Als aandeelhouder volg ik die strategie nauwgezet.”
Interessant: Urenco die een strategie gaan ontwikkelen “waarin de daling van de vraag naar verrijkt uranium een belangrijke rol speelt”. Is het verrijken van uranium binnenkort alleen nog maar bijzaak en geen core business meer?
Donderdag 25 januari is er een Kamerdebat over Urenco en de pogingen tot verkoop van het bedrijf en de borging van publieke belangen.