Laka Foundation

Publication Laka-library:
Richtlijnen voor inhoud van locatieonafhankelijke MER inzake opslag en verwerking van radioac­tief afval

AuthorMin. VROM, Min. EZ, Min. Sociale Zaken
DateJuly 1985
Classification 1.01.4.21/12 (WASTE - STORAGE ABOVE GROUND - SITE SELECTION)
Front

From the publication:

1. INLEIDING

Bij brief van 8 maart 1985 heeft de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval,
COVRA BV de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en 
Milieubeheer verzocht richtlijnen aan te geven voor het opstellen van een lokatie-
onafhankelijk milieu-effectrapport inzake de opslag en verwerking van radioactief 
afval (bijlage 1). Het besluit om bij de vergunningsprocedure ingevolge de 
Kernenergiewet inzake de voorgenomen activiteiten milieu-effectrapportage toe 
te passen conform het terzake gevoerde interimbeleid was eerder door de 
regering  neergelegd in de Nota Radioactief Afval (Kamerstuk 1983-1984, 18343 
nrs. 1 en 2). 
Bij deze milieu-effectrapportage zullen zoveel mogelijk de regelen worden gevolgd 
zoals vermeld in het gewijzigde wetsvoorstel Uitbreiding van de wet algemene 
bepalingen milieuhygiëne (Regelen met betrekking tot milieu-effectrapportage, 
16814, nr.12). Voor de te volgen procedure zijn de onderstaande punten van belang:

- Het opstellen van het MER zal in twee stappen plaatsvinden.
Omdat de lokatie van de opslag- en verwerkingsfaciliteiten nog niet bekend is zal 
eerst een lokatie-onafhankelijk MER worden opgesteld. Dit zal naar verwachting 
omstreeks 1 oktober 1985 gereed zijn. Het zal dan ter inzage worden gelegd en ter 
toetsing worden voorgelegd aan de Voorlopige Commissie voor de milieu-
effectrapportage. In het toetsingsadvies zal de vc-mer waar mogelijk en waar nodig 
ingaan op de milieu-aspecten die bij de door de Cie-LOFRA |(1) omstreeks begin 
oktober aangedragen lokaties nog specifieke aandacht behoeven. Dit met het oog 
op de vaststelling van de richtlijnen voor het opstellen van het lokatie afhankelijke MER. Daarbij staat voor een ieder de mogelijkheid open om gedurende een maand 
in te spreken.

- Nadat bekend is op welke lokatie COVRA BV de nieuwe opslag- en
verwerkingsfaciliteiten zal opzetten worden door het bevoegd gezag richtlijnen 
gegeven voor het op die lokatie toegespitste MER.

- Het lokatie toegespitste MER zal door COVRA BV worden ingediend gelijktijdig
met een aanvraag om vergunning(en) op grond van de Kernenergiewet.

-Zoals gebruikelijk zal in het kader van de vergunningverlening gelegenheid tot 
inspraak bestaan. De Voorlopige Commissie voor de milieu-effectrapportage
zal het op één lokatie toegespitste MER toetsen voordat over de 
vergunningaanvraag wordt beslist.

-Het bevoegd gezag wordt gevormd door de Minister van Economische Zaken, 
de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de 
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Mw. Mr. A. Kappeyne 
van de Coppello. De als tweede genoemde minister is in deze verantwoordelijk 
voor de coördinatie.

Over het geven van deze richtlijnen is advies gevraagd en ontvangen aan/van:
- De Voorlopige Commissie voor de milieu-effectrapportage (bijlage 2)
- De hoofdinspecteur van de Volksgezondheid belast met het toezicht op de
hygiëne van het milieu (bijlage 3)

This publication is only available at Laka on paper, not as pdf.
You can borrow the publication or request a copy. When we're available, this is possible for a small fee.