Publication Laka-library:
Het einde van de plutoniumdroom. Afrekenen met opwerking
Author | Greenpeace |
Date | October 1996 |
Classification | 1.01.4.40/02 (WASTE - REPROCESSING, CONTRACTS & DISCUSSIONS) |
Front | ![]() |
From the publication:
Inleiding Onlangs werd bekend dat de onderzoeksreactor van Dodewaard in maart 1997 de poorten zal sluiten. Zowel de Samenwerkende Elektriciteits Produktiebedrijven (SEP), de exploitant van Dodewaard, als het ministerie van Economische Zaken hebben geconcludeerd dat er geen enkel zicht bestaat op de bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland. Het rendement van kernenergie is te laag en in het licht van de nieuwste technologische ontwikkelingen is kernenergie in feite achterhaald. De Nederlandse atoomdroom, in het begin van de jaren zestig nog enthousiast verwelkomd, ligt aan stukken. Hoe verheugend ook, de op handen zijnde sluiting van Dodewaard is vooral van symbolische waarde. Dodewaard speelt slechts een kleine rol in de opwerking van gebruikte splijtstofstaven, waarbij plutonium en uranium worden gescheiden van andere afvalprodukten. Veruit het grootste deel van deze splijtstof is afkomstig uit Borssele, de andere Nederlandse kerncentrale. Ook heeft zowel Borssele als Dodewaard langlopende opwerkingscontracten afgesloten, die ertoe leiden dat de opwerking van gebruikte splijtstof tot 2004 onverminderd doorgaat. En juist het belangrijkste produkt van dit opwerkingsproces, plutonium, is uitermate geschikt voor de produktie van kernwapens. Bovendien zal de hoog-radioactieve stof, die in de natuur niet voorkomt, nog tienduizenden jaren een bedreiging vormen voor ons milieu. In dit boek gaan we niet alleen in op de gevaren van het opwerkingsproces voor bevolking en milieu. We onderzoeken ook of de opwerking van de gebruikte splijtstof van met name Borssele, veruit de grootste Nederlandse producent van gebruikte splijtstofstaven, verantwoord danwel noodzakelijk is. In commercieel, ethisch én in juridisch opzicht. We doen dit aan de hand van recente studies en een analyse van een standaardcontract van Cogéma, de exploitant van de Franse opwerkingsfabriek in Cap de la Hague, waarmee Borssele een opwerkingscontract heeft afgesloten. Het standaardcontract vertoont hoogstwaarschijnlijk grote overeenkomsten met het laatste opwerkingscontract dat Borssele met Cogéma heeft afgesloten. Kortom, alles draait om de vraag of de opwerkingscontracten van met name Borssele opengebroken moeten worden, en of dat in juridisch opzicht ook kan. Het simpele feit dat in steeds meer landen, zoals de Verenigde Staten, wordt afgezien van opwerking, betekent dat Nederland deze discussie niet langer uit de weg kan gaan.
This publication is only available at Laka on paper, not as pdf.
You can borrow the publication or request a copy. When we're available, this is possible for a small fee.