Publicatie Laka-bibliotheek:
Plaats maken voor kerncentrales? Eindverslagen en resultaten van de Inspraakprocedure PKB

AuteurPr. Opbouworgaan W-Brabant
1-01-0-23-10.pdf
Datumoktober 1977
Classificatie 1.01.0.23/10 (NIEUWE KERNCENTRALES - LOCATIEKEUZE)
Voorkant

Uit de publicatie:

INLEIDING

1 Beschrijvingen van de gevolgde procedure

In februari werd ons instituut door een aantal personen en groepen in de 
provincie benaderd met het verzoek om een aktieve rol te spelen bij de 
organisatie van de inspraak rond het aanvullend struktuurschema 
elektriciteitsvoorziening. Uiteraard zijn wij op dit verzoek ingegaan en hebben 
wij de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening gevraagd om voor de 
organisatie van de inspraak in onze provincie middelen ter beschikking te stellen.

Inmiddels was het kabinet voortijdig gevallen en begon de verkiezingsstrijd 
eerder dan aangenomen werd. Om nu niet de voorlichting over het ASEV te betrekken 
bij de verkiezingsstrijd werden de voorlichtingsavonden verschoven naar half 
juni en werd de einddatum voor het inzenden gesteld op 1 oktober.

Eerst op 18 juli jl kregen we van de Raad van Advies uitsluitsel over de door ons 
instituut ingediende begroting voor de begeleiding van de inspraak: Het Residium 
van de Raad achtte het zinvol indien tot een zekere "kanalisatie van 
inspraakreakties" zou worden gekomen. Al eerder had ons instituut op eigen risiko 
begin mei een aantal regionale start-avonden belegd in West-Brabant. Dit om te 
voorkomen dat de start van de inspraak pas na de zomervakantie zou kunnen 
plaatsvinden.

De aktiviteiten van ons instituut in het kader van de ASEV-inspraakprocedure zijn 
gekoncentreerd geweest op West-Brabant. De verklaring van die keuze is eenvoudig: 
de voor Brabant primair relevante, eventuele vestigingsplaatsen liggen op de 
zeeuwse eilanden.

Voor de start-avonden hebben we alle ons bekende werkgevers- en werknemers-
organisaties, milieugroeperingen, politieke groeperingen, vrouwengroeperingen, 
opbouwwerk-instellingen en een aantal individuen in West-Brabant aangeschreven.

Bij deze regionale start-avonden werden plaatselijke stuurgroepen gevormd. Deze 
plaatselijke stuurgroepen namen de taak op zich om de inspraak op poten te zetten.

In een groot aantal plaatsen zijn stuurgroepen opgezet, zij het dat de bemanning 
van die stuurgroepen aanvankelijk nog vrij gering was. Om een grotere deelname in 
de diverse plaatsen te bewerkstelligen zijn door de stuurgroepen hoofdzakelijk in 
juni een aantal plaatselijke voorlichtingsavonden belegd.