Publicatie Laka-bibliotheek:
De terugval van de AKB

AuteurGerard Brinkman
1-01-2-10-14.pdf
Datumseptember 1987
Classificatie 1.01.2.10/14 (ANTI-KERNENERGIEBEWEGING - LANDELIJK/ACHTERGROND)
Voorkant

Uit de publicatie:

DE   TERUGVAL   VAN   DE   ANTI-KERNENERGIE BEWEGING




                                    Doctoraal-scriptie
                                    Politicologie
                                    Katholieke Universiteit
                                    Nijmegen


                                    Kampen, september '87
                                    Gerard Brinkman

                                    Begeleiding van
                                    Dr. A.F.M. Bertrand
                                    Dr. N.J.M. Nelissen
Voorwoord


Reeds bij het begin van mijn studie Politicologie was ik ge-
ïnteresseerd - en aktief - in wat wel wordt aangeduid met
nieuwe sociale bewegingen en tijdens de studie heb ik colleges
en dergelijke hierop afgestemd. Het was dan ook niet meer dan
logisch voor me, de doctoraal-scriptie een thema met betrekking
tot deze bewegingen mee te geven.
   Zelf ben ik in 1977 betrokken geraakt bij de anti-kernenergie
beweging (hierna afgekort tot AKB) en heb zodoende van nabij
de verschillende fases en de daarbij behorende diskussles
kunnen volgen. Het inzakken van de AKB vanaf ongeveer eind
1981 heeft mij als aktief medestander teleurgesteld   als
politicoloog boeide het me echter in dezelfde mate. Welke fac-
toren zijn verantwoordelijk geweest voor de terugval ? Zijn
dit factoren, die alleen voor de AKB hebben gegolden of werk-
ten ze ook door op andere nieuwe sociale bewegingen ? Gelden
ze wellicht voor maatschappelijke groepen in het algemeen ?
Met andere woorden, niet alleen de gefrustreerde aktievoerder
ontwaakte in mij, maar ook de nieuwsgierige student, die vraagt
naar het waarom van maatschappelijke verschijnselen. In deze
scriptie wil ik proberen een antwoord te geven op de vraag
naar het waarom van de terugval van de AKB.
   Daartoe moet eerst de probleemstelling duidelijk geformu-
leerd worden; met andere woorden, wat wil ik onderzoeken?
Dit gebeurt in Hoofdstuk 1. Daarna moet het te onderzoeken
verschijnsel bekeken worden : de AKB en de terugval daar-
van. Hoofdstuk