Uit interviews met en oude artikelen van de grote man van RDM-reactorbouw in de jaren 60/70, M.C. Van Veen, blijkt een onthutsend beeld van een bedrijf dat eigenlijk geen idee had hoe reactorvaten gebouwd werden, niet bekend was met kwaliteitscontroles en dat deed zonder bemoeienis van het Reactor Centrum Nederland.
In een interview in 1997 met C.D. Andriesse, voor zijn boek 'De Republiek der Kerngeleerden', geeft Maarten Van Veen, vanaf begin jaren 1960 werkzaam bij RDM en vanaf 1968 in de directie, toe dat zeker in het begin, RDM geen idee had wat er allemaal bij het maken van reactorvaten kwam kijken. 'Al doende leerde men' was zo ongeveer het motto. Hier nogmaals het artikel van Van Veen in het blad 'Atoomenergie' uit 1972, waarin hij praat over de potentie van de reactorbouw industrie in Nederland, maar vooral ook uitlegt dat de ontdekking van haarscheurtjes in het reactorvat van Borssele zorgde voor vertraging bij de bouw.
Ook de kerncentrale in Borssele zou zijn reactorvat moeten onderzoeken op mogelijke haarscheurtjes, volgens het Belgische atoomagentschap FANC; hij vindt namelijk dat alle betrokken landen dat gaan doen