De Commissie Mer heeft haar advies gepubliceerd naar aanleiding van de plannen voor de levensduurverlenging van de kerncentrale Borssele. Nu nog staat in de Kernenergiewet dat de kerncentrale Borssele uiterlijk op 31-12-2033 uit bedrijf moet. De technische ontwerplevensduur van de centrale eindigde in 2013. Onder voorwaarden is deze tot 2033 verlengd onder meer via het convenant Borssele. Het coalitieakkoord noemt een tweede levensduurverlenging van KCB tot na 2033. Voor die levensduurverlenging moet wetgeving aangepast worden en moeten de milieugevolgen van langer in bedrijf zijn onderzocht worden in een milieueffectrapport (MER). De Commissie heeft in haar advies redelijk fundamentele vragen over het hoe, wat en waarom: het is onduidelijk hoe dat kan (is het veilig?) het is onduidelijk hoe lang dan (welke periode?) en het is onduidelijk hoe het past in breder beleid.
De Commissie Mer heeft in haar vandaag gepubliceerde advies 'Reikwijdte en Detailniveau over de levensduurverlenging Kerncentrale Borssele' nogal wat opmerkingen, dat is ook haar taak, maar het geeft toch ook aan hoe onduidelijk de plannen – en de consequenties van die plannen – nog zijn: “De Commissie merkt op dat de bedoeling van de wetswijziging en hoe die past in de bredere besluitvorming over de inzet van kernenergie in Nederland voor haar onduidelijk is.” Als voorbeeld hiervan noemt de Commissie “de rol van kernenergie in de (toekomstige) energiemix. Geef aan in welke volgorde, en in welk besluit, welke keuzes worden gemaakt over kernenergie, mede in verband met de levensduurverlenging van de kerncentrale in Borssele”.
Ook vraagt de Commissie aandacht voor andere grote energieprojecten in de regio Borssele, zoals plannen voor energieopslag, hoogspanningsleidingen en twee nieuwe kerncentrales. Kerncentrale Borssele kan omgevingseffecten hebben op deze toekomstige (energie)projecten en andersom.
Vicieuze cirkel
De Commissie stelt onomwonden dat het (nu) “echter zelfs op hoofdlijnen niet mogelijk [is] te onderbouwen dat de kerncentrale veilig langer open kan blijven”. En dat is een probleem omdat exploitant EPZ pas wil investeren in “de benodigde langjarige technische onderzoeken, die een levensduurverlenging onderbouwen” ná de wetswijziging dat de kerncentrale langer open mag blijven. Maar die wetswijziging, zo stelt de Commissie, kan natuurlijk niet, als niet duidelijk is dat de kerncentrale langer veilig open kan blijven. “Daarmee kan volgens haar in de nieuwe wettekst geen onderbouwde uitspraak worden gedaan over een nieuwe termijn.” Het is ook nog onduidelijk hoelang de kerncentrale dan langer open moet blijven. De minister voor Klimaat en Energie stelt drie alternatieven voor: een verlenging met 10 jaar, 20 jaar of voor onbepaalde tijd.
EPZ gijzelt met dit niet willen investeren in onderzoeken naar de mogelijkheid van een veilige levensduurverlenging voordat wetgeving is aangepast, de politieke meerderheid in de kamer. Dat lijkt te lukken omdat er al een toezegging lijkt te liggen om die onderzoeken te financieren.