Publicatie Laka-bibliotheek:
Vergelijking van twee rapporten over de kosten van nucleaire en zon- & windstroom in het Nederlandse energiesysteem, die Minister Wiebes in april en september 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd

AuteurTerwel, Kerkhoven, Kalavasta
1-01-0-20-24.pdf
Datumseptember 2020
Classificatie 1.01.0.20/24 (NIEUWE KERNCENTRALES - ALGEMEEN)
Opmerking Vergelijking tussen 1.01.0.20/23 en 1.01.0.00/121
Voorkant

Uit de publicatie:

Vergelijking van twee rapporten die Minister Wiebes dit jaar naar de Tweede Kamer
heeft gestuurd over de kostenvergelijking van nucleair en zon en windstroom in het
Nederlandse Energiesysteem

Het gaat om de volgende rapporten van Kalavasta/Berenschot:


        Systeemeffecten van nucleaire centrales, in Klimaatneutrale Energiescenario’s 2050
        Onderzoek naar de impact van kernenergie op het energiesysteem, wanneer ervoor gekozen zou
        worden de energievoorziening in 2050
        Rapport | 09-03-2020

        Rekenmodel systeemeffecten van nucleaire centrales
        Rekenmodel bij het rapport 'Systeemeffecten van nucleaire centrales, in Klimaatneutrale
        Energiescenario’s 2050'.
        Publicatie | 15-04-2020

        Systeemeffecten van nucleaire centrales – datasheets
        Achtergronddata bij het rapport 'Systeemeffecten van nucleaire centrales, in Klimaatneutrale
        Energiescenario’s 2050'. Dit ...
        Rapport | 09-03-2020

En het volgende rapport van Enco:

        Rapport over de mogelijke rol van kernenergie in de Nederlandse energiemix van de toekomst
        (Engels)
        Het rapport geeft een overzicht van het aandeel kernenergie in Europese landen en wereldwijd
        in de energiemix door bestaande en ...
        Rapport | 22-09-2020

De rapporten geven tegengestelde conclusies als het gaat om de kosten van de inzet van nucleaire
centrales tegenover zon en wind in het Nederlands energiesysteem in de toekomst.

Kalavasta conclusie:
De acht verschillende varianten met kernenergie, die bestudeerd zijn, zijn duurder op jaarbasis dan de
varianten zonder kernenergie. Met één uitzondering, namelijk de variant waarin nucleaire centrales altijd
kunnen draaien (hetgeen niet kan in de huidige elektriciteitsmarkt) en er een lage maatschappelijke rente
wordt gerekend, die gegarandeerd wordt door de overheid. Een elektriciteitssysteem zonder kernenergie
kan ook richting 2050 betrouwbaar zijn door groen gas of waterstof gestookte regelbare centrales.

Enco conclusie:
Corrected for system costs, nuclear can more than compete with VRE’s, and could be successfully
deployed to maintain a stable and reliable grid. (…) Nuclear energy, both large units and SMRs, when
compared to VRE by using the same metrics, are cheaper, able to deliver dispatchable electricity to the
grid (and stabilise the grid when needed) in a reliable fashion independent of weather conditions, while
having the orders of magnitude smaller land- footprint than any other source of electricity, in particular,
VREs.

[Noot Kalavasta: VRE staat voor ‘variable renewable electricity’, in deze context zon en wind]

Waarom zijn die conclusies zo anders? Hieronder gaan we in op de in onze ogen vijf hoofdafwijkingen
en tekortkomingen waarom Enco tot andere conclusies komt. Per afwijking noemen we de kern van
deze afwijking, geven we een uitgebreidere toelichting en beschrijven we tot slot de gevolgen van deze
afwijking voor de conclusies.