Publicatie Laka-bibliotheek:
Levensduurverlenging kerncentrale Borssele. Tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport (2024)
| Auteur | Commissie MER |
![]() |
1-01-8-23-38.pdf |
| Datum | oktober 2024 |
| Classificatie | 1.01.8.23/38 (BORSSELE I - VERGUNNINGEN, BEZWAREN & PROCEDURES) |
| Voorkant |
Uit de publicatie:
Levensduurverlenging kerncentrale Borssele Tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport Commissie voor de milieueffectrapportage 25 oktober 2024 / projectnummer: 3723 Advies over het MER in het kort De Nederlandse regering wil het mogelijk maken om de kerncentrale Borssele van Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (hierna: EPZ) langer open te houden voor elektriciteitsproductie. Hiervoor moet de Kernenergiewet gewijzigd worden. Voordat de Tweede en Eerste Kamer en de regering over een wetswijziging besluiten, zijn de milieugevolgen onderzocht. Het milieueffectrapport (hierna: MER) hiervoor is opgesplitst, en bestaat uit twee delen. Het MER eerste fase (deel 1) brengt de milieugevolgen van de wetswijziging in beeld. Bij een positief besluit hierover kan EPZ een wijzigingsvergunning aanvragen. De huidige Wet verbiedt namelijk het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag. Het MER tweede fase (deel 2) brengt de mogelijke milieugevolgen van een vergunningaanvraag dan later in beeld. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: IenW) heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage gevraagd te adviseren over de juistheid en volledigheid van deel 1 van het MER (verder in dit advies het MER genoemd, tenzij anders vermeld). Wat staat in het MER voor de Kernenergiewetswijziging? Het MER start met een overzicht van alle plannen en besluiten rondom kernenergie die samen ook de toekomst van de Kerncentrale Borssele (hierna: KCB) bepalen. Aangegeven is welke besluiten nodig zijn en wanneer en waar milieu-informatie later nog verder wordt uitgewerkt. Hierboven ligt de vraag over de noodzaak van kernenergie: ‘op basis van welke milieuoverwegingen kernenergie onderdeel moet zijn van de nationale energiemix’. De minister van Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG) zal deze in 2024 uitwerken in een andere procedure.4 In het MER is daarnaast aangegeven dat de minister van KGG toezegt later in 2024 ook in te gaan op de samenhang tussen alle in Borssele geprojecteerde (Rijks)energie-projecten en het daaraan verbonden verdelingsvraagstuk (beperkte milieu- en fysieke ruimte in de regio).
