Publicatie Laka-bibliotheek:
Kernenergie in de Wetstraat. Dissectie van de deals

AuteurLuc Barbé, Ecolo
-
Datum2004
Classificatie 2.03.0.00/26 (BELGIË - ALGEMEEN)
Opmerking Online beschikbaar op hlucbarbe.be
Voorkant

Uit de publicatie:

INLEIDING
"Kent u uranium en weet u wat men ermee kan doen? We hebben er nodig om deze oorlog te winnen en we hebben jullie uranium nodig." Het was pal in de Tweede Wereldoorlog. Minister Camille Gutt, lid van de Belgische regering in ballingsschap in Londen, kreeg die vraag van de Engelse minister van financiën. Minister Gutt kreeg te horen dat de Britse eerste minister Winston Churchill en de Amerikaanse president Franklin Roosevelt België vroegen om het uranium afkomstig van de activiteiten van Union Miniére in Belgisch Congo aan hen te leveren. Minister Gutt antwoordde dat hij maar aan één zaak dacht, de oorlog winnen. "Het antwoord zal dus wel positief zijn", zei Gutt, "maar het is niet aan mij, maar aan de Belgische regering om hierover te beslissen." Die kwam in spoedberaad bijeen en antwoordde positief, maar vroeg en verkreeg van de Amerikanen compensaties, onder meer een voorkeursbehandeling indien uranium later voor de productie van energie zou gebruikt worden. Het akkoord tussen de Belgische, Amerikaanse en Engelse regering lag aan de basis van historische gebeurtenissen. Op 6 augustus 1945 ontplofte een atoombom boven Hiroshima, met 90.000 doden en honderdduizenden gewonden als gevolg. Drie dagen later werd een atoombom boven Nagasaki gedropt, met 40.000 doden als gevolg. Het uranium dat gebruikt werd voor de productie van de twee bommen was voor 72% afkomstig uit Belgisch Congo. De Belgen bleven ook nadien uranium leveren aan de Amerikanen. Ze bedongen er in 1951 wel een flinke financiële compensatie: 600 miljoen Belgische Frank. Dat geld zou gebruikt worden om wetenschappelijk onderzoek inzake kernenergie te financieren. Hiermee lanceerde ons land zich als één van de koplopers in Europa op het vlak van de ontwikkeling van nucleaire technologie en kernenergie. Bijna 60 jaar na de historische ontmoeting van minister Gutt met de Britse minister van financiën, beslist ons land te stoppen met kernenergie. Ondertussen was er heel veel in die sector gebeurd. Er werd massaal geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek. In Doel en Tihange werden zeven kerncentrales gebouwd en er werden tienduizenden vaten kernafval geproduceerd. Hoog tijd voor een terugblik en een analyse van de gebeurtenissen in de nucleaire sector. Ik licht hier toe hoe ons land in het nucleaire tijdperk belandde, ik schets de grote dossiers in de nucleaire sector en de energiesector van de laatste vijf jaar en ontwikkel een reeks verklaringen waarom de dingen gelopen zijn zoals ze gelopen zijn. Als gewezen kabinetschef van voormalig staatssecretaris voor energie Olivier Deleuze werkte ik vier jaar rond met de uitstap uit de kernenergie, het nucleair afval, de liberalisering van de elektriciteitsmarkt en andere energiedossiers. Wat me het meest fascineerde en centraal staat in dit boek, zijn de besluitvorming en de machtsstrijden in deze sector. Waarom heeft Electrabel zoveel macht? Hoe slaagt zo'n onderneming erin zonder veel debat haar agenda door te drukken? Hoe sluiten de politieke partijen en de energiesector akkoorden met elkaar? Wat zijn de "driving forces" in deze sector? Daarover is tot nu toe heel weinig geschreven. Ik hoop dat dit boek aanzet tot meer aandacht voor het energiebeleid in ons land en tot meer debat. Het kan de samenleving alleen maar ten goede komen.
Het eerste deel van dit boek bestaat uit zes hoofdstukken: vijf ervan slaan op belangrijke dossiers uit de nucleaire sector, het zesde hoofdstuk gaat over de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Dat laatste hoofdstuk lijkt me een noodzakelijke uitwijding om een beter zicht op de energiesector in ons land te krijgen. Telkens zoom ik in op een episode uit de paarsgroene regering om een aspect van het dossier toe te lichten. Ik citeer daarbij nauwelijks namen van collega's van andere kabinetten, van belangengroepen of privé-bedrijven. Dat is een deontologische keuze. Na elk hoofdstukje geef ik een nawoord: heeft de paarse federale regering het beleid van de paarsgroene regering voortgezet of niet? Het feit dat ik pas nu, bijna twee jaar na de paarsgroene legislatuur, deze verhalen breng, maakt het mogelijk ze vanop een afstand te bekijken en meteen de vergelijking te maken met het beleid van de huidige federale regering. Aan de hand van deze verhalen krijgt een buitenstaander gemakkelijker toegang tot de energiesector dan via theoretische beschouwingen. Zoals de journalist Anil Ramdas ooit zei: "Echte beelden en verhalen dragen een analyse onder zich, zoals de ijsberg: je ziet het beeld en daaronder zit de rest." Het eerste deel van dit beek bevat beelden en verhalen. Daarna volgt de analyse. Dat heeft onvermijdelijk ook een stijlbreuk in het boek tot gevolg.
In het tweede deel situeer ik de verschillende spelers in het Vlaamse en Belgische energiewereldje: van Electrabel, over het VBO en de vakbonden, tot de politieke partijen. Met bijzondere aandacht voor het VBO en de VLD, want hun strategie is totaal anders dan je zou verwachten. Ik probeer ook zo grondig mogelijk de besluitvormings- en machtsmechanismen in dit wereldje te analyseren. De werken van politicoloog Luc Huyse en managementboeken van Peter Senge, Jim Collins en Marc Buelens zijn zeer nuttig geweest bij mijn analyse. In het derde deel kijk ik naar de toekomst: Wat komt er op ons af? Wat zijn de grote debatten van morgen? Hee gaan de voor- en tegenstanders van kernenergie zich profileren? Doet het milieuprotocol van Kyoto de kerncentrales langer draaien? Ik doe ook een aantal concrete voorstellen over energiebeleid en beleid in het algemeen.
Ik wil met deze inleiding nog anticiperen op twee misverstanden. Vooreerst is dit boek geen aanval op Electrabel. Ik heb weliswaar bedenkingen bij hun activiteiten, maar dat is niet de kern van de zaak. Die ligt elders: als er zoveel is misgelopen in ons energiebeleid, is dat op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van politici. Twee: dit is geen propagandadocument over de realisaties van voormalig staatssecretaris voor energie Olivier Deleuze. Soms boekten we een overwinning, soms gingen we onderuit, zoals alle ministers en staatssecretarissen.

Je vindt in dit boek weinig bronvermelding en geen voetnoten. Dat zou nochtans interessant zijn voor de experts, maar de leesbaarheid schaden.

Ik wil hier ten slotte een aantal mensen danken voor hun waardevolle feedback: Wim, Inge, Jos en Eloi.

Deze publicatie is digitaal beschikbaar in de Laka-biblitoheek maar de pdf staat niet online.
Mail ons (info@laka.org) als u de pdf toegestuurd wilt krijgen (met onderwerp, volgnummer en titel). U kunt natuurlijk ook langskomen.