Een onderzoeksrapport van Ilse Tweer (onafhankelijk deskundige op materiaal gebied), gepubliceerd door de Europese Groenen, komt tot de conclusie dat de reactoren van Doel-3 en Tihange-2 (de ‘scheurtjesreactoren’) nooit opgestart hadden mogen worden. De studie komt op veertig punten tot andere conclusies dan de Belgische nucleaire controle autoriteit FANC. Haar conclusie: “Keeping in mind that growth of the flaws in the RPV (reactordrukvat, Laka) shells during operation cannot be excluded the authorized restart of the two nuclear power plants is not understandable.”
Op 17 november gaf FANC toestemming voor de herstart van Doel-3 en Tihange-2, nadat de reactoren ná de zomer van 2012, toen er duizenden scheurtjes in het reactorvat werden geconstateerd, minder dan een jaar in bedrijf zijn geweest. Het FANC voerde o.a. onderzoek naar de scheurtjes uit op basis van een vergelijkbare stukken materiaal. Maar Ilse Tweer stelt dat die stukken materiaal niet representatief zijn, onder andere omdat er geen rekening wordt gehouden met de geschiedenis van de centrales. Volgens Tweer kan de oorzaak van de scheurtjes dan ook niet eenduidig worden aangetoond. FANC gaat ervan uit dat de scheurtjes werden veroorzaakt door de aanwezigheid van waterstofvlokken bij de productie van het vat, maar kon dat niet bewijzen in een testomgeving.
Een ander belangrijk punt is of de scheurtjes nu wel of niet gegroeid zijn. Na productie zijn er geen scheurtjes vastgesteld, maar dertig jaar later, met een meer gevoelige ultrasone test, zijn wel en ook grote scheuren (zelfs tot 179 millimeter) gedetecteerd. “It is understandable that a more sensitive ultrasonic testing method will show more small flaws, but it is not comprehensible that a less sensitive ultrasonic technique should not detect large flaws” stelt Tweer: “The reverse observation has to be expected: large flaws detected with a less sensitive technique appear to be an assembly of small flaws using a more sensitive technique.” Volgens Tweer is hiermee niet bewezen dat de scheurtjes niet gegroeid zijn tijdens het in bedrijf zijn van de reactoren, in tegenstelling tot wat Electrabel en FANC beweren.
Ook een veiligheidsgerelateerd onderwerp is de temperatuur van het koelwater dat in een noodsituatie onder grote druk in het reactorvat gespoten wordt. Omdat het onduidelijk is of het reactorvat grote temperatuurwisselingen aan kan, is een maatregel dat de temperatuur van die grote hoeveelheid water (1800m3) kunstmatig op ongeveer 45 graden °C wordt gehouden: “The temperature may not be lower than 40°C because this would violate the requirements for the structural integrity in case of an accident”. Maar de temperatuur van dat water “may not reach 50°C because this would endanger the coolability of the core under accidental conditions”, (verliest het met andere woorden de functie van koelwater om de reactor in geval van een ongevalsituatie snel genoeg te koelen).
Ilse Tweer concludeert hierover dan ook: “It is clear that the tolerance window is rather small and there is no safety margin at all.”
Het is duidelijk dat de ‘defense-in-depth approach’ dat gebaseerd is op superieure kwaliteit van het reactordrukvat na productie en gedurende de gehele operationele levensduur, ‘certainly not fulfilled’ is: “A reactorpressure vessel with thousands of flaws -and with these large flaw sizes – would not be licensable -neither today nor at the time of manufacture.”
Dat is ongeveer dezelfde boodschap die blijkt uit de nu gepubliceerde vragen die de Duitse minister van milieu Barbara Hendricks stelt aan de FANC.