Publicatie Laka-bibliotheek:
Nut en noodzaak. Notitie over opwerken van radioactief materiaal
Auteur | Min. EZ, ECN |
![]() |
1-01-4-40-05.pdf |
Datum | juni 1997 |
Classificatie | 1.01.4.40/05 (AFVAL - OPWERKINGSCONTRACTEN) |
Voorkant | ![]() |
Uit de publicatie:
"Nut en noodzaak" Notitie over opwerken van radioactief materiaal 1. Voorwoord Aanleiding voor de totstandkoming van deze notitie is het verzoek van de Tweede Kamer van 12 november 1996 tijdens het ordedebat van die dag werd de regering om een notitie verzocht over nut en noodzaak van het opwerken van radioactief materiaal, het transport van nucleair afval (inclusief de veiligheid daarvan) en non-proliferatie. Gelet op het complexe karakter van de vraagstelling heb ik ECN opdracht gegeven een rapport op te stellen waarin onder andere deze aspecten aan de orde komen; ik heb u daarover geïnformeerd bij brief van 18 april 1997 (EZ-97-246). Ten gevolge van het zojuist genoemde complexe karakter van de vraagstelling, alsmede de vele benodigde consultaties met externe deskundigen, heeft de finalisering van dat rapport meer tijd gekost dan eerst was voorzien. Het eindrapport van ECN wordt u hierbij tevens aangeboden. In de hierna volgende paragrafen zal worden ingegaan op de parlemen- taire geschiedenis, de met de opwerkingscontracten samenhangende hoeveelheden en transporten, de proliferatie aspecten, de juridische aspecten en het ECN-rapport en zal tot slot een standpuntbepaling worden gegeven. 2. Inleiding In het verleden is al vele malen met het Parlement gecommuniceerd over opwerkingsaspecten. In dit verband zijn vermeldenswaard de notitie «Radioactief Afval», de Notitie stand van zaken opwerkingscontracten Nederlandse kerncentrales alsmede het «Dossier over kernener- gie». In de navolgende paragrafen wordt op de parlementaire voorgeschie- denis van opwerking ingegaan en wordt inzicht gegeven in de met de opwerkingscontracten samenhangende hoeveelheden. 2.1 Wat is opwerking? In de reactorkern van een kerncentrale bevinden zich splijtstof- elementen die gevuld zijn met nucleaire splijtstof. Na verloop van tijd is de hoeveelheid splijtbaar materiaal zodanig afgenomen dat de splijtstof- elementen niet meer geschikt zijn voor energie-opwekking. Zij worden dan uit de reactor verwijderd en na afkoeling vervoerd naar een opwer- kingsfabriek. In die fabriek worden alle gevormde splijtingsprodukten en onbruikbare componenten op chemische wijze gescheiden van het nog bruikbare uranium en plutonium. Op deze wijze kan in beginsel een deel van de splijtstof (zowel uranium als plutonium) opnieuw gebruikt worden. Het bij dit proces resterende afval bestaat vooral uit warmteproducerend kernsplijtingsafval en niet-warmteproducerend afval van verschillende categorieën. Het ECN rapport geeft in hoofdstuk 2.5 een meer uitgebreide beschrijving.