Minister Kamp (EZ) heeft geantwoord op vragen uit de Vaste Kamercommissie Economische Zaken, over de implementatie van Richtlijn 2011/70/Euratom, die gaat over beheer radioactief afval en gebruikte splijtstof. De minister zegt dat in het door de Europese Commissie geëiste Nationaal Programma (voor de eindberging van radioactief afval) niet vermeld zal worden welke locaties geschikt zijn voor de eindberging; gezien de opslag bij de COVRA de komende 100 jaar is het daarvoor gewoon nog te vroeg. Wel zal het programma "een stappenplan bevatten om tot de locatiekeuze voor de eindberging" te komen. Interessant, over de voorwaarden voor een locatiekeuze zijn al vele rapporten geschreven -en niet alleen door ons.
Maar een voorstel van de minister voor dat Nationaal Programma komt niet eerder dan eind 2014. En aangezien het in augustus 2015 aan de EC aangeboden moet worden, en de EC duidelijke richtlijnen heeft over inspraak in dat plan, blijft daar weinig tijd voor. Er komt 1 inspraakronde ("Daarna krijgt een ieder de mogelijkheid om op het ontwerpprogramma in te spreken") waarna de minister het gaat vaststellen. Dat lijkt dus allemaal redelijk minimaal. "Burgers, bedrijven en overheden" zo schrijft de minister "zullen worden betrokken bij de vormgeving van het beleid voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval".
Maar welke voorwaarden hij gaat scheppen voor het creëren van een 'level-playing field' voor burgers en bedrijven, noemt hij niet.