Minister Kamp heeft de vragen van PvdA-Kamerleden Vos en De Vries over de scheurtjes in kerncentrale Doel beantwoord. Voor de belangrijkste vraag: 'Is het onderzoek in Borssele gedaan met apparatuur die even gevoelig was afgesteld als die in België?’ moet je door heel wat wollige taal heen. Het antwoord is echter gewoon ‘nee’. Alleen voorkomt Kamp om dat 'nee' onomwonden te melden. De vervolgvraag van de PvdA-Kamerleden ("Zo nee, kunt u dan uitsluiten dat er toch haarscheurtjes zijn in het reactorvat in Borssele?") laat minister Kamp onbeantwoord.
Het resultaat van het scheurtjesonderzoek in kerncentrale Borssele (rapport NRG-UT-P23278-13-27) is niet in het bezit van de toezichthouder KFD. Hierdoor weet de minister zelf niet of er scheurtjes in reactor van Borssele zitten.
Steeds komt Kamp terug op niet ter zake doende documenten en conclusies: Het door hem aangehaalde Lloyd's-rapport gaat niet over de resultaten van het scheurtjesonderzoek; en dat het onderzoek volgens Kamp 'volledig gekwalificeerd' is is mooi, maar zegt niets over het resultáát van dat onderzoek: Of er scheurtjes in de reactor van Borssele zitten, of niet.
Onderteken de petitie: Maak resultaat scheurtjesonderzoek openbaar!.
ACHTERGROND
De "internationaal erkende regels" waar de minister het in zijn antwoord op de Kamervragen over heeft zijn ENIQ (European Network for Inspection and Qualification) en ASME (American Society of Mechanical Engineers). ENIQ heeft betrekking op de methodologie van inspecties, niet op de resultaten ervan. ASME beschrijft onder andere de technische standaard waaraan inspecties van kernreactoren moeten voldoen.
ASME biedt geen standaard voor het soort scheurtjesonderzoek wat in Borssele is uitgevoerd. Het gaat in Borssele namelijk om (mogelijke) aantasting van het basismateriaal van de kernreactor. Normaal gesproken voldoet dat basismateriaal altijd aan ASME-norm, en is inspectie nooit aan de orde[1].
Omdat ASME dus geen standaard biedt voor het scheurtjesonderzoek wat bij Borssele aan de orde is, heeft EPZ, de exploitant van de kerncentrale, zelf een onderzoeksvoorstel gemaakt voor een scheurtjesonderzoek. Dat voorstel is op 6 januari 2013 naar de minister gestuurd. Na opmerkingen van de toezichthouder is een tweede versie van dat voorstel (het Plan van Aanpak) goedgekeurd door de minister. Dat plan vormt daarmee de basis voor het uitgevoerde scheurtjesonderzoek.
Dit plan van aanpak is na een WOB-verzoek van (onder andere) Laka, openbaar geworden. En anders dan je zou verwachten is dat Plan van Aanpak heel summier; er staat onder andere niet in wat de gevoeligheid is waarmee het reactorvat op scheurtjes gaat worden onderzocht.
In het plan van aanpak staat wel dat het vat wordt onderzocht "equivalent aan ASME SA508". ASME SA508 is een staal-kwalificering die al voor 1973, toen Borssele in gebruik werd genomen, heeft plaatsgevonden. Zo'n kwalificatie kan niet in een operationele kerncentrale plaats vinden.
[1] Voor inspectie van bv. de binnenste beschermingslaag van het reactorvat (de cladding), lasnaden van het reactorvat en de in- en uitlaat stompen is er wel een ASME-inspectiecode want dit zijn delen die aan veroudering onderhevig zijn.