COVRA heeft vrijdag bij het ministerie van Economische Zaken de aanvraag ingediend voor het wijzigen van de Kernenergiewetvergunning. Daarbij is ook een milieueffectrapport (MER) opgenomen. De wijzigingen gaan om een uitbreiding van de opslagcapaciteit voor hoogradioactief afval en een optimalisatie van de inrichting van het bedrijfsterrein voor laag- en middelradioactief afval.
Als eerste stap in deze procedure heeft COVRA eind 2011 de aanmeldingsnotitie voor de milieueffectrapportage ingediend. De minister van EZ heeft daarop in 2012 een advies gegeven over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport (MER). Aan de hand van dit advies is het MER opgesteld. Het MER en het veiligheidsrapport zijn nu met de vergunningswijzigingsaanvraag ingediend. Iedereen heeft daardoor de mogelijkheid tot inspraak.
De wijziging bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de uitbreiding van het gebouw voor hoogradioactief afval, het HABOG. Dat gebouw wordt uitgebreid met twee opslagmodules voor warmteproducerend hoogradioactief afval. Het tweede deel betreft het opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het VOG2. Dat gebouw wordt gerealiseerd op een andere plek op het bestaande bedrijfsterrein en in een andere vorm dan aanvankelijk was voorzien en vergund. Tegelijkertijd zal het reeds vergunde opslaggebouw voor laag- en middelradioactief afval, het COG2, komen te vervallen. De uitbreidingen zijn noodzakelijk omdat ook in de toekomst radioactief afval zal worden geproduceerd.
Er is nog geen kennisgeving op de website van de Rijksoverheid, maar de website van de Covra doet er kond van.