In december 2015 heeft Laka de Minister van Economische Zaken verzocht de langdurige bovengrondse opslag van kernafval bij de Covra tot een redelijke termijn te beperken. Aanleiding hiervoor was de uitbreiding van de bovengrondse opslag van kernafval bij de Covra en Laka's gang naar de Raad van State hierover. De Raad van State stelde in november 2015 dat de geplande uitbreiding in orde was en dat vragen over de eindberging van kernafval in 2130 niet aan de orde waren. Hierop heeft Stichting Laka in december 2015 de minister van EZ officieel verzocht de langdurige bovengrondse opslag van kernafval in Nederland tot een redelijke termijn te beperken.
Laka stelt in haar verzoek onder andere dat de Commissie voor de milieueffectrapportage al heeft opgemerkt dat er risico's en onzekerheden verbonden zijn aan de lange termijn waarop radioactief afval nu bij de Covra in Nieuwdorp wordt opgeslagen. Laka heeft daarom de minister verzocht deze risico's en onzekerheden te ondervangen door de vergunning van de Covra aan te passen
Op 9 juni heeft de ANVS het verzoek afgewezen, een besluit waartegen Laka onlangs bezwaar heeft aangetekend. Als het bezwaar van Laka óók wordt afgewezen kan Laka aan de rechter vragen om ter bescherming van mens en milieu de bovengrondse opslag van radioactief afval bij de Covra tot een redelijke termijn te beperken.
Op deze pagina is de procedure te volgen.