Zeeuws energiebedrijf PZEM leed het afgelopen jaar €70 miljoen verlies. Dit verlies leed het energiebedrijf hoofdzakelijk op de elektriciteit van kerncentrale Borssele, die ze tegen tegen een vaststaande tollingprijs van de de kerncentrale dient af te nemen. Bij de presentatie van de jaarcijfers deelde het bedrijf mee dat ze in ‘de toekomst’ weer winst hopen te maken. Daarvoor zijn ‘flink'- hogere energieprijzen nodig, maar er is niet veel dat daar ook op wijst.
Bij de presentatie van de jaarcijfers van PZEM over 2017 klonk optimisme ondanks een verlies van €70 miljoen over 2017. Over 5 jaar zou het bedrijf volgens de directeur zelfs weer winst maken. De elektriciteitsprijzen zouden namelijk flink gaan stijgen en het bedrijf gaat “nieuwe commerciële activiteiten ontwikkelen die waardevermeerderend zijn".
Het optimisme is nog steeds gebaseerd op de vurige gewenste stijgende energieprijzen waardoor "over 5 jaar" winst gemaakt zou moeten worden. Probleem van PZEM –eigendom van Provincie Zeeland en Zeeuwse gemeenten- is namelijk dat het contractueel verplicht is elektriciteit af te nemen van kerncentrale Borssele tegen een vastgestelde prijs (het zogeheten ‘tollingsovereenkomst’). Die vastgestelde prijs van €43 per Megawattuur (MWh) ligt al een geruimte tijd hoger dan de marktprijs waarvoor de elektriciteit verkocht kan worden.
Verwachtingen over energieprijzen voorzien wel een lichte prijsstijging vanaf 2021, maar die gaat op de lange termijn niet echt doorzetten. Zo is de verwachting.
De aandeelhouders willen graag dat het Rijk zich ontfermt over de verliesgevende kerncentrale, maar die voelt daar natuurlijk weinig voor. PZEM blijft ondertussen hopen op betere tijden. De hoop sterft als laatste.