Elke vijf jaar evalueert de staat haar deelnemingen. In november 2004 was dat weer het geval maar de evaluatie voor de deelneming in de UCN was toen nog niet gereed. Die is pas dooor de Minister van Financien op 27 januari naar de Kamer gestuurd. Niet zo verschrikkelijk interessant (behalve als uitleg over de structuur van de UCN en Urenco), maar hier is de conclusie: "De redenen om in 1969 UCN op te richten, spelen thans geen rol meer. De publieke belangen rond de UC-technologie en verrijking van uranium worden geborgd door publiekrechtelijke instrumenten (Verdrag van Almelo en vergunningen). De financiële resultaten van UCN zijn goed en vormen derhalve geen belemmering voor een verkoop van het aandelenbelang van de Staat in UCN. Uit het corporate governance gedeelte van de evaluatie blijkt dat er geen statutaire of wettelijke beperkingen zijn die een verkoop van het aandelenbelang belemmeren.
Om diverse redenen worden er echter vanuit de Staat geen initiatieven ontplooid om op korte termijn over te gaan tot verkoop van UCN. Dit heeft te maken met de gevoelige geo-politieke situatie rond nucleaire aangelegenheden, de bestaande onzekerheden op het vlak van de voorgenomen joint venture tussen Urenco en Aréva en de investering in de VS. De Staat zal zijn aandeelhouderschap in UCN op zakelijke wijze voortzetten"