Alsof ze Corona al zagen aankomen stelden de leden van GroenLinks, de SP, en met name D66 in januari een hele reeks schriftelijke vragen over uraniumverrijker Urenco. Dit naar aanleiding van onder andere Urenco's heropgestarte radioactief afvaltransport naar Rusland, tritium-productie in de VS met door Urenco verrijkt uranium en de rol die Nederland als aandeel- en toezichthouder op Urenco hierbij heeft. Op 1 mei heeft Wopke Hoekstra (CDA) namens het kabinet de vragen schriftelijk beantwoord.
Alle vragen? Nee, niet alle vragen.
Een deel van de vragen dus, want Hoekstra gaat bij de beantwoording niet in op de rol van Urenco bij het Amerikaanse kernwapenprogramma. En het antwoord op de vraag of HALEU, tot 19,75% verrijkt uranium, gebruikt kan worden in kernwapens is misleidend: "Alleen hoogverrijkt uranium [Laka: 20% en hoger] is geschikt voor het gebruik als explosief in kernwapens". Het gezaghebbende onderzoeksinstituut SIPRI meldde al in 1983 dat boven 10% verrijking de kritische massa voor een kernbom snel afneemt.
In zijn antwoorden stelt Hoekstra "dat wet- en regelgeving de meest aangewezen instrumenten zijn om publieke belangen te borgen. Het staatsaandeelhouderschap is daar als zelfstandig instrument minder geschikt voor…". De afgelopen maanden heeft het kabinet juist benadrukt dat Nederland, als aandeelhouder van (de houdstermaatschappij van) Urenco weinig kan ondernemen om Urenco's export van radioactief afval naar Rusland tegen te houden. Maar op geen enkel moment is het kabinet serieus ingegaan op de vraag of Nederland dan die wet- en regelgeving, in dit geval, de mogelijkheden die het Verdrag van Almelo biedt, wel benut om Urenco in toom te houden.
Wat dan wel weer gek is, is dat elke staatsdeelneming volgens het beleid 'minimaal eens in de zeven jaar' wordt geëvalueerd, maar dat onlangs, als bijvangst uit een Wob van Laka, bleek dat dat voor het aandeelhouderschap van UCN, de houdstermaatschappij van Urenco, nog nooit is gedaan.
Terug naar de Gemengde Commissie van het Verdrag van Almelo - Dat is de commissie waarin Nederland samen met Duitsland en Groot Brittannië toezicht houdt op Urenco. Wat telkens opvalt in de beantwoording van vragen over de commissie, is de absolute geheimhouding van alles wat daar ook maar iets mee te maken heeft. Ook nu weer; zelfs het 'reglement van orde' van de Commissie moet geheim blijven. Maar: het Verdrag van Almelo, op grond waarvan de Commissie is opgericht, is nooit geëvalueerd want ‘Er was geen aanleiding voor’. Geen wonder, als alles wat in de commissie gebeurt tot staatsgeheim is verklaard.
Wat hierbij heel relevant is, is de vraag over parlementaire controle: hoe, als alles geheim is, moet de Tweede Kamer invloed uitoefenen op te nemen besluiten, en, achteraf, hoe controleert het parlement wat Nederland daar precies doet - of nalaat - met betrekking tot de handel en wandel van Urenco?
Een serie vervolgvragen lijkt dan ook logisch.
Wie nu alles wat wel al openbaar wil weten over uraniumverrijker Urenco is, kan Laka's nieuwe brochure over 50 jaar Urenco bestellen.