Minister Kamp heeft de vragen beantwoord over de mogelijke opslag van kernafval in Friesland (zie het bericht van 11 juli. Hij zegt: "Aan de hand van deze bureaustudie kan niet gesteld worden of bepaalde gebieden al dan niet geschikt zijn voor eindberging. De veiligheid en geschiktheid van een eindbergingsconcept wordt beïnvloed door meer factoren dan alleen het voorkomen van een kleilaag." Dat was ook waarom het TNO-rapport meer onderzoek en proefboringen voorzag.
Maar de minister zegt opnieuw dat locatiespecifiek onderzoek of locatiekeuze "in het onderzoek én in het beleid de komende tientallen jaren niet aan de orde" is. Eindberging sowieso is voorlopig niet aan de orde, want: "Radioactief afval wordt ten minste 100 jaar bij de COVRA opgeslagen. Hierna is eindberging in de diepe ondergrond voorzien." Uitstellen blijft dus nog steeds het beleid en we noemen het dan oplossen.
Eind dit jaar komt Kamp met het Nationaal Programma voor de eindberging van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen. Op dit moment wordt er een inventarisatie opgesteld "van de voor- en nadelen van verschillende vaak genoemde opties voor het beheer op de lange termijn." Maar zegt hij ook, internationaal wordt geologische eindberging als "de meest veilige optie" gezien.